ECLI:NL:GHSGR:2008:BJ5028
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Mink
- Van den Wildenberg
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot onderbewindstelling van goederen van betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 december 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de afwijzing van een verzoek tot onderbewindstelling van de goederen van de betrokkene. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.H.A. Schute, had in hoger beroep de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank te Middelburg van 8 november 2007 aangevochten, waarbij op verzoek van zijn dochter en zoon een bewind was ingesteld over zijn goederen. De dochter en zoon waren benoemd tot bewindvoerders.
De betrokkene stelde dat hij, ondanks een fysieke beperking, in staat was zijn financiële belangen te behartigen en dat er geen sprake was van een alcoholprobleem, zoals door zijn kinderen werd gesuggereerd. Hij voerde aan dat zijn moeder, voor wie hij eerder de financiële belangen behartigde, inmiddels onder bewind was gesteld, waardoor het argument voor zijn onderbewindstelling niet meer geldig was. De dochter en zoon gaven aan dat hun verzoek tot onderbewindstelling voortkwam uit zorgen over de vermogensrechtelijke belangen van hun grootmoeder en beschuldigden de betrokkene van misbruik van een volmacht.
Het hof oordeelde dat er geen bewijs was dat de betrokkene niet in staat was zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen, noch dat zijn geestelijke gesteldheid een belemmering vormde. De argumenten van de dochter en zoon over misbruik van de volmacht en een mogelijk alcoholprobleem werden niet als voldoende geacht om de onderbewindstelling te rechtvaardigen. Het hof vernietigde daarom de bestreden beschikking en wees het inleidende verzoek tot onderbewindstelling af, met als gevolg dat de taak van de bewindvoerders eindigde op 18 december 2008.