In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die in de periode van april 2007 tot en met juni 2007 meerdere keren alarmcentrales heeft gebeld met valse dreigingen van aanslagen. De verdachte heeft in totaal zeker drieënzeventig keer gebeld, waarbij hij onder andere heeft aangekondigd dat er bommen zouden ontploffen. Tijdens deze gesprekken heeft hij beledigende en bedreigende taal gebruikt richting de centralisten en de politie. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en heeft een psychiatrische aandoening, wat zijn gedragingen beïnvloedde.
De tenlastelegging omvatte onder andere bedreiging van personen, vernieling van eigendommen van ABN AMRO, en het onterecht gebruik maken van het alarmnummer 112. In eerste aanleg werd de verdachte vrijgesproken van enkele beschuldigingen, maar het hof heeft in hoger beroep de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het opzettelijk vernielen van een beeldscherm en het onterecht gebruik maken van een alarmnummer.
Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk, en heeft de voorlopige hechtenis opgeheven. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan ABN AMRO voor de geleden schade door de vernieling. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de psychische toestand van de verdachte, die sterk verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht.