Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Rolnummer (oud) : 07/1127
arrest van de eerste civiele kamer d.d. 7 april 2009
hierna te noemen: Etam Groep,
2. TENSTONE B.V.,
appellanten,
hierna tezamen te noemen: Etam cs,
GEMEENTE ZOETERMEER,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“Etam Groep heeft onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor de realisatie van (de uitbreiding van) het nieuwe distributiecentrum met erf, groenvoorzieningen, parkeer- en manoeuvreerterrein van voertuigen, factory outlet, showrooms en kantoren van Etam Groep.(…)De Gemeente is zich er terdege van bewust dat voor de continuïteit van het distributiecentrum c.a. en de daarbij behorende werkgelegenheid het van essentieel belang is voor Etam Groep en/of haar rechtsopvolgers dat de uitbreiding van fase 2 en 3 op termijn kan plaatsvinden. (…)”
Fase 1betreft de aankoop van circa 4,4 ha grond door Etam Groep, haar rechtsopvolgers of een nader te noemen meester, te leveren na het verkrijgen van een bruikbare bouwvergunning, waarop na vaststelling/aanpassing van het bestemmingsplan en vergunningverlening e.d. een hoofdkantoor en een (mogelijk volcontinu in gebruik zijnd) distributiecentrum zal worden opgericht.
Fase 2betreft een koopoptie tot 1 juli 2006 op het daarnaast gelegen perceel van circa 2,97 ha.
Fase 3betreft een hierop aansluitend perceel van 3,87 ha en voorziet in een koopoptie tot 1 juli 2008 voor perceel 3A en een inspanningsverplichting van de Gemeente tot het verwerven van (het op dat moment bij andere bedrijven in gebruik zijnd) perceel 3B (volgens een stappenplan) met koopoptie tot 1 juli 2008.
Op fase 2 en 3 zijn de bepalingen uit de overeenkomst, voorzover van toepassing, onverkort van toepassing (art. 4.10). De gronden in fase 2 en 3 zullen onder dezelfde voorwaarden (als in fase 1) worden geleverd (art. 4.4).
Artikel 4.9 van de overeenkomst voorziet in een boete van NLG 1 miljoen
(€ 453.780,22), die de Gemeente na ingebrekestelling verbeurt indien zij fase 2 en/of 3A niet conform de afspraken kan leveren of het stappenplan (betreffende fase 3B) niet duidelijk en/of tijdig uitvoert.
Artikel 5.8 van de overeenkomst bevat als ontbindende voorwaarde dat Etam Groep niet vóór 1 januari 2000 een bruikbare bouwvergunning heeft gekregen voor fase 1.
Zij stellen daartoe dat de Gemeente wanprestatie heeft gepleegd door:
(a) het bestemmingsplan Dwarstocht vast te stellen zonder daarover tijdig overleg te voeren met Etam cs en door zich niet tot het uiterste in te spannen om het bestemmingsplan Dwarstocht zodanig op te stellen dat het overeengekomen gebruik (voor alle drie de fasen; dus inclusief grootschalige kantoorbouw) was toegestaan, voorts (b) na te laten tijdig en volledig uitvoering te geven aan het stappenplan (conform artikel 4.3 van de overeenkomst) en door de percelen met betrekking tot fasen 2, 3A en 3B niet op de overeengekomen voorwaarden te kunnen leveren, alsmede
(c) woonbebouwing in het aangrenzende bouwplan Oosterheem (ten noord- en zuidoosten van Dwarstocht) mogelijk te maken op aanzienlijk kortere afstand dan (met verwijzing naar rapport Bost) is afgesproken in artikel 5.4 van de overeenkomst. Daarnaast stellen Etam cs dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door:
(d) onjuiste informatie aan de provincie Zuid-Holland en het stadsgewest Haaglanden te verstrekken (over het geplande bouwvolume) om aldus een verklaring van geen bezwaar te verkrijgen waardoor een bouwvergunning voor fase 1 afgegeven kon worden in strijd met de provinciale Nota planbeoordeling 1998 en waardoor de Gemeente heeft bewerkstelligd dat Etam cs geen beroep meer konden doen op de ontbindingsmogelijkheid van artikel 5.8 van de overeenkomst (zie rechtsoverweging 2.v), en
(e) in strijd met het provinciale beleid, met toepassing van artikel 19 WRO de bouwaanvraag voor toren 4 goed te keuren.
De Gemeente heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
In het thans bestreden vonnis zijn deze vorderingen afgewezen. Etam cs komen hier met haar grieven tegenop. Hiermee wordt het geschil in volle omvang aan het hof voorgelegd.
Etam cs stellen zich op het standpunt dat zij vrij zijn in de ontwikkeling daarvan, hetgeen in hun visie inhoudt dat Tenstone zich mag opstellen als projectontwikkelaar en deze percelen los van (de uitbreiding van) Etam Groep verder mag ontwikkelen ten behoeve van derden. In dit verband wijzen zij met name op de overeenkomst waarbij is voorzien in de levering aan rechtsopvolgers en “een nader te noemen meester”, op het beoogde (grote) kantoorvolume zoals dit blijkt uit blz 25 van productie 6 (bij inleidende dagvaarding), het volume van fasen 2 en 3 dat voor Etam Groep (voorlopig) te groot is, alsmede op gespreksverslagen met gemeenteambtenaren.
De Gemeente heeft betwist dat dit aldus is afgesproken. Zij wijst onder meer op de overeenkomst waarbij geen voorziening van die strekking is opgenomen, maar waarbij blijkens de considerans juist uitdrukkelijk alleen is voorzien in uitbreiding ten behoeve van (slechts) Etam Groep. De Gemeente erkent dat Etam Groep heeft geprobeerd vrije ontwikkelingsmogelijkheden voor deze percelen (fase 2 en 3) te verkrijgen, maar stelt dat de Gemeente dit altijd heeft afgehouden. Volgens de Gemeente is er in Zoetermeer geen behoefte aan verdere kantoorontwikkeling in Dwarstocht (behoudens voorzover voor Etam Groep nodig), terwijl dit bovendien niet past in het planologische overheidsbeleid, hetgeen Etam cs die door deskundigen werden bijgestaan wisten dan wel konden weten. Etam cs mochten bovendien, aldus nog steeds de Gemeente, niet stilzwijgend veronderstellen dat de Gemeente grond voor zelfstandige kantoren zou willen verkopen voor de prijs van bedrijfsterrein. Uit de gespreksverslagen die Etam cs noemen blijkt niet van enige toezegging van gemeentewege, terwijl blz 25 van productie 6 dit niet anders maakt. In deze productie is slechts fase 1 uitgewerkt, terwijl de fasen 2 en 3 zeer summiere aanduidingen, veelal met stippellijntjes, bevatten. Bijlage 8 bij de overeenkomst, die identiek is aan genoemde blz. 25 van bijlage 6, heeft blijkens de artikelen 4.1 en 4.3 van de overeenkomst uitsluitend de strekking om de optiegronden aan te wijzen.
De verwijzing door Etam cs naar haar productie 6, blz 25, brengt het hof niet tot een ander oordeel. Slechts fase 1 is daarop in detail ingetekend. Noch de stippellijntjes bij fasen 2 en 3, noch de daarop aangegeven kantoorhoogten die bij narekenen tot een aanzienlijk kantoorvolume leiden, rechtvaardigen in de gegeven omstandigheden de conclusie dat de Gemeente met dit aanzienlijke kantoorvolume, ten behoeve van derden te ontwikkelen, heeft ingestemd.
Vast staat dat Etam cs een dergelijke bouwvergunning niet hebben aangevraagd, zodat de Gemeente niet valt tegen te werpen dat zij fase 2 en 3A en 3B niet kan leveren c.q heeft geleverd. De Gemeente hoeft immers (nog) niet te leveren.
Gelet op hetgeen in rechtsoverwegingen 12 en 13 is overwogen gaat verwijt (b) evenmin op.
Beslissing
- bekrachtigt het bestreden vonnis;
- veroordeelt Etam cs in de kosten van het geding in hoger beroep, tot zover aan de