ECLI:NL:GHSGR:2009:BH3531
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- D. Jalink
- J.C.F. van Gelder
- R.H.J. de Vries
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens belediging in het kader van de bonnetjesaffaire
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het primair impliciet primair tenlastegelegde en veroordeeld tot een geldboete van EUR 200,--, subsidiair 4 dagen hechtenis, voor het primair impliciet subsidiair tenlastegelegde. De zaak betreft uitlatingen van de verdachte aan een journalist van het Rotterdams Dagblad over een medewerker van een raadslid, die volgens de verdachte een ex-psychiatrisch patiënt en een veroordeeld moordenaar zou zijn. Deze uitlatingen zijn op 5 november 2005 gepubliceerd en hebben geleid tot een klacht van de aangever, die zich beledigd voelde.
De verdachte heeft verklaard dat hij ervan uitging dat zijn uitlatingen op waarheid berustten en dat hij de journalist enkel wilde informeren in het kader van het onderzoek naar de bonnetjesaffaire. Het hof heeft vastgesteld dat de door de verdachte gebruikte bewoordingen feitelijk van aard zijn en niet per se beledigend. Het hof was niet overtuigd van de opzet van de verdachte om de aangever te beledigen of om ruchtbaarheid te geven aan de feiten. Daarom heeft het hof de verdachte van de gehele tenlastelegging vrijgesproken.
Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding, die in hoger beroep was gehandhaafd, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en zelf recht gedaan, waarbij het de zaak opnieuw heeft beoordeeld en de verdachte heeft vrijgesproken van alle beschuldigingen.