ECLI:NL:GHSGR:2009:BH9490
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Nievelt
- J. Bouritius
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen vader en minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 11 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om een omgangsregeling met zijn minderjarige kinderen. De vader, die verblijft in een penitentiaire inrichting, verzocht om eenmaal per twee weken telefonisch contact en eenmaal per vier weken een bezoek onder begeleiding van een familielid. De moeder, die de kinderen niet kan en wil ondersteunen bij het contact met de vader, heeft zich tegen het verzoek verzet. Het hof heeft in zijn tussenbeschikking van 19 maart 2008 de raad voor de kinderbescherming verzocht een vooronderzoek te verrichten naar de belangen van de minderjarigen in het kader van het omgangsrecht. De raad concludeerde dat de minderjarigen onvoldoende draagkracht hebben om een onderzoek naar de omgangsregeling te ondergaan, en dat de moeder niet in staat is hen te ondersteunen.
Het hof heeft de conclusies van de raad overgenomen en geoordeeld dat het verzoek van de vader om een omgangsregeling niet kan worden toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de belangen van de minderjarigen in het geding zijn en dat een omgangsregeling in strijd zou zijn met hun zwaarwegende belangen. De vader heeft betoogd dat het onderzoek van de raad onevenwichtig was en dat hij niet voldoende was gehoord, maar het hof oordeelde dat de raad zijn onderzoek op een juiste wijze heeft uitgevoerd.
De beslissing van de rechtbank om het recht op omgang te ontzeggen, ondanks het ontbreken van een daartoe ingediend verzoek, is vernietigd. Het hof heeft het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling afgewezen, maar de overige delen van de bestreden beschikking bekrachtigd. De uitspraak benadrukt het belang van de emotionele ontwikkeling van de minderjarigen en de rol van de moeder in het ondersteunen van contact met de vader.