ECLI:NL:GHSGR:2009:BH9848
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Labohm
- J. Milar
- Rechtspraak.nl
Einde bijdrage levensonderhoud na samenwoning als waren zij gehuwd
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de beëindiging van de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de man aan de vrouw. De man had in hoger beroep verzocht om bewijs te leveren dat de vrouw samenwoonde met een andere partner, in de zin van artikel 1:160 BW, als waren zij gehuwd. De vrouw had verklaard dat haar partner na een half jaar bij haar was ingetrokken, maar dat zij niet gelukkig was met zijn aanwezigheid en zijn alcoholgebruik. De partner van de vrouw verklaarde dat hij niet de intentie had om samen te wonen, maar dat hij wel met haar had samengewoond.
Het hof heeft de verklaringen van beide partijen en getuigen in overweging genomen en vastgesteld dat er sprake was van een affectieve relatie en een gezinsverband tussen de vrouw en haar partner. De vrouw had verklaard dat zij met haar partner op vakantie was geweest en dat hij een goede verstandhouding had met haar kinderen. Ook was er sprake van wederzijdse verzorging, waarbij de vrouw haar partner hielp met vervoer en hij bijdroeg aan de huishoudelijke kosten.
Op basis van deze bevindingen concludeerde het hof dat de man was geslaagd in zijn bewijsopdracht dat de vrouw samenwoonde met haar partner als waren zij gehuwd. De bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud aan de vrouw eindigde per de datum van ontbinding van het huwelijk van haar partner. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten dragen.