GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 1 april 2009
Zaaknummer : 105.012.578.01
Rekestnummer (oud) : 148 H 08
Rekestnr. rechtbank : 07-83532
[appellant 1] en
[appellant 2]
wonende te [woonplaats],
verzoekers in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader respectievelijk de zuster,
dan wel gezamenlijk: appellanten,
advocaat mr. D.F.J. Sol-Thoolen,
Als belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende],
wonende te ‘s-Gravenhage,
hierna te noemen: de betrokkene.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Appellanten zijn op 28 januari 2008 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 5 november 2007 van de kantonrechter in de rechtbank ‘s-Gravenhage.
Van de zijde van appellanten zijn bij het hof op 25 februari 2008 aanvullende stukken ingekomen.
Op 11 maart 2009 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en de betrokkene. De zuster is, hoewel daartoe opgeroepen, niet verschenen. Zij heeft, bij monde van haar advocaat, verklaard in verband met een examen verhinderd te zijn. De aanwezigen hebben het woord gevoerd.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking waarbij de betrokkene, [belanghebbende], geboren [in 1989] te [woonplaats], onder curatele is gesteld met benoeming van de vader als curator.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de benoeming van de curator.
2. Appellanten verzoeken de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende te beschikken, dan wel de bestreden beschikking te wijzigen - voor zoveel nodig onder aanvulling van de gronden - in die zin dat de curatele en de benoeming van de vader in stand blijft en dat mede tot curator wordt benoemd de zuster.
3. Appellanten stellen dat de kantonrechter ten onrechte niet beide verzoekers, doch alleen de vader, tot curator heeft benoemd. Appellanten zijn van mening dat naast de vader ook andere familieleden, die een specifieke inbreng ten aanzien van de curandus kunnen hebben, benoemd kunnen worden. Ter zitting heeft de vader nader verklaard dat er sprake is van een zekere taakverdeling, waarbij hij de financiën voor de betrokkene regelt, terwijl de zuster met de betrokkene gaat winkelen en hem met raad en daad bijstaat. De vader, zuster en broer hebben een hechte band, mede doordat de moeder overleden is, en de vader is ervan overtuigd dat hij en de zuster op één lijn zitten met betrekking tot de betrokkene.
4. Het hof is, gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, van oordeel dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven voor zover daarin besloten ligt een afwijzing van het verzoek de zuster naast de vader tot curator te benoemen. Het hof neemt daarbij het volgende in aanmerking. In artikel 1: 383 van het Burgerlijk Wetboek wordt uitgegaan van de benoeming van één persoon tot curator. Aangenomen moet worden dat met deze beperking een ontoelaatbare inbreuk wordt gemaakt op het family life van appellanten, zoals bedoeld in artikel 8 EVRM. Appellanten geven vanuit hun verbondenheid met en verantwoordelijkheid voor de betrokkene nu reeds gezamenlijk invulling aan taken die hij niet zelfstandig kan verrichten. Aan die verbondenheid wordt onvoldoende recht gedaan wanneer alleen de vader de functie van curator kan vervullen. Voorwaarde voor de benoeming van twee curatoren uit de (naaste) familiekring is dat het belang van de betrokkene zich niet hiertegen verzet. In casu heeft de betrokkene zelf kenbaar gemaakt dat hij achter het verzoek van zijn vader en zijn zuster staat. Het hof is gebleken welke taakverdeling curatoren voor ogen staat en acht deze in het belang van de betrokkene. Nu ook overigens niet is gebleken van beletselen die aan benoeming van de zuster als curator in de weg staan, dient de bestreden beschikking te worden vernietigd, voor zover daarin het verzoek om de zuster mede tot curator te benoemen impliciet is afgewezen.
5. Het hof zal hierna voorts verstaan, dat een kopie van de beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de rechtbank ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
6. Mitsdien wordt als volgt beslist.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
vernietigt de bestreden beschikking voor zover daarin een afwijzing besloten ligt van het verzoek naast de vader de zuster van de betrokkene tot curator te benoemen en, in zoverre opnieuw beschikkende:
benoemt over de onder curatele gestelde [belanghebbende], geboren te [woonplaats] [in 1989], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente ’s-Gravenhage, mede tot curator:
[appellant 2], geboren te [woonplaats] [in 1989], wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente], aan het adres [straat];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt de bestreden beschikking voor het overige;
verstaat dat de kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de rechtbank ’s-Gravenhage in verband met een aantekening in het Curateleregister.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Mos-Verstraten, van Nievelt en de Haan-Boerdijk, bijgestaan door mr. Steenks als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 2009.