ECLI:NL:GHSGR:2009:BI2118

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105.012.522-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bewindvoerder en wettelijke voorkeur bij benoeming

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder voor de goederen van de rechthebbende, [X]. Verzoekster, de zus van de rechthebbende, is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 17 oktober 2007, waarin de Stichting Bewonersgelden ASVZ als bewindvoerder was benoemd. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2009 zijn verschillende belanghebbenden verschenen, waaronder de moeder en de oom van de rechthebbende, en de bewindvoerder. De rechtbank had de vader en de oom van de rechthebbende als bewindvoerders ontslagen vanwege het niet indienen van een deugdelijke rekening en verantwoording.

Het hof heeft de grieven van verzoekster beoordeeld, waarbij zij aanvoerde dat de kantonrechter ten onrechte had besloten zonder alle belanghebbenden te horen. Het hof oordeelde dat de wettelijke voorkeur voor de benoeming van een bewindvoerder niet was gevolgd, aangezien verzoekster als zus van de rechthebbende ook als belanghebbende had moeten worden aangemerkt. Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster voornemens is om ook het mentorschap voor de rechthebbende op zich te nemen, wat de continuïteit van de zorg voor de rechthebbende ten goede zal komen.

Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en verzoekster benoemd tot bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende, met ingang van de datum van de uitspraak. De Stichting Bewonersgelden ASVZ is ontslagen als bewindvoerder. De overige grieven van verzoekster behoefden geen verdere bespreking, aangezien de benoeming van verzoekster als bewindvoerder de belangrijkste kwestie was.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 8 april 2009
Zaaknummer : 105.012.522.01
Zaaknummer rechtbank : 838504/07
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. M.B.A. de Bruijn.
Als belanghebbende zijn aangemerkt:
1. [X],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de rechthebbende,
2. [Y],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de moeder van de rechthebbende,
3. [Z],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de broer van de rechthebbende,
4. [W],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de oom van de rechthebbende,
5. de Stichting Bewonersgelden ASVZ,
gevestigd te Sliedrecht,
hierna te noemen: de bewindvoerder.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Verzoekster is op 15 januari 2008 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 17 oktober 2007 van de rechtbank Rotterdam, sector kanton, vestiging Rotterdam.
Van de zijde van verzoekster zijn bij het hof op 18 januari 2008 en 9 februari 2009 aanvullende stukken ingekomen.
Op 4 maart 2009 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn verzoekster, bijgestaan door haar advocaat, de rechthebbende met haar begeleiders: mevrouw P.C. van der Graaf en mevrouw J. Sikkema, de moeder van de rechthebbende, de oom van de rechthebbende en namens de bewindvoerder: de heer C. Twigt en mevrouw J. Groot. De broer van de rechthebbende is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Verzoekster, haar advocaat en de bewindvoerder hebben het woord gevoerd.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking heeft de kantonrechter, voor zover thans van belang, per 17 oktober 2007 de Stichting Bewonersgelden ASVZ als bewindvoerder benoemd over de goederen die (zullen) toebehoren aan [X], geboren [in 1978].
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de benoeming van de bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende.
2. Verzoekster verzoekt het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, verzoekster te benoemen tot bewindvoerder over het vermogen van [X].
3. Verzoekster heeft een drietal grieven aangevoerd. In de eerste grief klaagt verzoekster dat de kantonrechter ten onrechte een beschikking heeft gegeven zonder alle belanghebbenden, in het bijzonder verzoekster, te horen en te verifiëren of verzoekster dan wel een andere belanghebbende de bewindvoering zou kunnen en willen overnemen.
4. Het hof overweegt als volgt.
5. Bij beschikking van 22 augustus 1996 heeft de kantonrechter tot bewindvoerders en mentoren benoemd over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende, [V], zijnde de vader van de rechthebbende, en [W], zijnde de oom van de rechthebbende. Na het overlijden van de vader van de rechthebbende was de oom van de rechthebbende enig bewindvoerder. Bij de bestreden beschikking zijn de vader en de oom van de rechthebbende met ingang van 17 oktober 2007 ontslagen als bewindvoerders, nu zij sedert het jaar 2000 geen deugdelijke rekening en verantwoording hebben ingediend inzake de onder bewindgestelde goederen van de rechthebbende. Hiertegen heeft verzoekster geen grief gericht.
6. In artikel 1:435, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek is een wettelijke voorkeur voor andere personen opgenomen in de gevallen waarin geen sprake is van een uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende voor een bewindvoerder of wanneer die niet wordt gevolgd door de rechter. Wanneer de rechthebbende geen echtgenoot of andere levensgezel heeft, spreekt de wet de voorkeur uit voor een benoeming tot bewindvoerder van een van diens ouders, kinderen, broers of zusters. Met betrekking tot de keuze tussen deze personen onderling bestaat geen bijzondere wettelijke rangorde.
Het hof is mede gelet op deze in de wet uitgedrukte voorkeur van oordeel dat de kantonrechter voorafgaand aan het geven van de bestreden beschikking verzoekster, zijnde de zus van de rechthebbende, als belanghebbende had moeten doen aanmerken. Dit verzuim is in hoger beroep hersteld, nu verzoekster in appel is gekomen en het hof verzoekster in de gelegenheid heeft gesteld haar standpunten toe te lichten.
De ervaring in het verleden met de vader en de oom van de rechthebbende als bewindvoerders over de goederen van de rechthebbende laat, wat er van hun handelingen ook zij, de hiervoor weergegeven wettelijke voorkeur onverlet. Het hof zal dan ook met vernietiging van de bestreden beschikking verzoekster benoemen tot bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat verzoekster eveneens voornemens is het mentorschap ten behoeve van de rechthebbende op zich te nemen en daartoe een verzoek heeft ingediend. Op deze wijze zal de bewindvoering over de rechthebbende en het mentorschap ten behoeve van de rechthebbende door dezelfde persoon worden uitgevoerd. Voorts neemt het hof in aanmerking dat verzoekster ter terechtzitting heeft verklaard dat de Stichting ASVZ feitelijk het beheer van het inkomen van de rechthebbende zal voortzetten en van de uitvoering daarvan verzoekster op de hoogte zal houden.
Gelet op het vorenstaande zal het hof de bestreden beschikking vernietigen, in zoverre dat met ingang van heden de Stichting ASVZ wordt ontslagen als bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende en verzoekster met ingang van heden wordt benoemd tot bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende. De overige grieven behoeven geen bespreking meer.
7. Mitsdien beslist het hof als volgt.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking, in zoverre De Stichting Bewonersgelden ASVZ, Postbus 245, 3360 AE Sliedrecht daarbij voor de periode met ingang van heden tot bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [X] is benoemd, en in zoverre opnieuw beschikkende:
benoemt met ingang van heden [de vrouw] tot bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan [X];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. van Nievelt, van Dijk en Bouritius, bijgestaan door mr. van der Kamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 april 2009.