ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ3971
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. van Nievelt
- J. Mink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkracht van de vader
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin zijn verzoek tot nihilstelling van de kinderalimentatie voor zijn minderjarige kind werd afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Bloem, heeft drie grieven ingediend. Hij stelt dat hij niet in staat is om voldoende inkomen te genereren om aan zijn onderhoudsverplichtingen te voldoen, en dat hij door de zorg voor zijn andere dochter, [kind 2], geen passend werk heeft kunnen vinden. Daarnaast voert hij aan dat hij door loonbeslag op zijn inkomen niet in staat is om de kinderalimentatie te voldoen.
Het hof heeft vastgesteld dat de vader werkloos is geraakt en sinds 26 maart 2007 een WW-uitkering ontvangt, die later is verlaagd. De vader heeft sinds 1 februari 2009 weer een arbeidsovereenkomst bij TNT, maar zijn inkomen is door loonbeslag aanzienlijk verlaagd. Het hof oordeelt dat de vader onvoldoende heeft onderbouwd dat hij onvrijwillig werkloos is geraakt en dat hij zich had moeten inspannen om zijn inkomen te behouden. De verplichtingen die voortvloeien uit de zorg voor zijn dochter [kind 2] staan niet in de weg aan zijn mogelijkheden om te werken.
Het hof concludeert dat de vader gedurende zijn werkloosheid redelijkerwijs in staat had moeten zijn om zijn oorspronkelijke inkomen te verwerven. De inkomensvermindering door de werkloosheid en de daaropvolgende loonbeslagen zijn niet voor herstel vatbaar. Het hof stelt de kinderalimentatie over de periode van 26 maart 2007 tot en met 30 juni 2007 op nihil, maar oordeelt dat de vader na deze periode weer voldoende draagkracht had om de kinderalimentatie te voldoen. De beslissing van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd, maar voor het overige bekrachtigd.