ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ3988
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mos-Verstraten
- A. van Nievelt
- J. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezamenlijk gezag na scheiding met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 27 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag van de minderjarige kinderen van de moeder en de vader. De moeder, die in eerste aanleg alleen met het gezag was belast, verzocht het hof om gezamenlijk gezag na een scheiding. De vader had in eerste aanleg verzocht om alleen met het gezag te worden belast, wat door de rechtbank was toegewezen. De moeder voerde aan dat zij haar leven op orde had gebracht en dat het in het belang van de kinderen was dat beide ouders gezamenlijk gezag uitoefenden. Het hof overwoog dat de moeder van rechtswege het gezag over de kinderen uitoefende, maar dat de vader in eerste aanleg het verzoek had gedaan om alleen met het gezag belast te worden, waartegen de moeder geen verweer had gevoerd.
Het hof concludeerde dat het niet in het belang van de minderjarigen was om de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten. De moeder had in het verleden niet constructief invulling gegeven aan het gezag en hoewel er verbetering zichtbaar was, was er nog geen sprake van een stabiele situatie. De vader had de kinderen sinds 2005 onder zijn hoede en de moeder had geen rol vervuld in hun verzorging en opvoeding. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder af. De minderjarigen volgen de woonplaats van de vader, nu hij het gezag uitoefent. De moeder heeft wel omgang met de kinderen, maar er werd geen informatieregeling vastgesteld, omdat zij al op de hoogte werd gehouden door de gezinsvoogd.