ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ4993
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- B. Bouritius
- A. Dusamos
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag over minderjarige en ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voorziening in het gezag over een minderjarige. De vader, die nooit het gezag over de minderjarige heeft gehad, verzocht om met het gezag belast te worden. De Raad voor de Kinderbescherming verzet zich hiertegen, omdat er een ondertoezichtstelling (ots) loopt en de minderjarige uit huis is geplaatst bij de grootouders aan vaderszijde. De rechtbank had eerder het verzoek van de Raad om een voogdijmaatregel af te wijzen en de vader met het gezag te belasten. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door de kinderrechter zijn vastgesteld, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
Het hof heeft vastgesteld dat er meerdere beschikkingen zijn geweest van de kinderrechter in de rechtbank Middelburg, waarbij machtigingen tot plaatsing van de minderjarige bij pleegouders zijn verleend en verlengd. De Raad heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen de beslissing van de kinderrechter, waarbij werd gesteld dat er geen gegronde vrees was voor verwaarlozing van de belangen van het kind. Het hof oordeelt dat de situatie van de vader risico's met zich meebrengt, maar dat er geen aanwijzingen zijn dat de ondertoezichtstelling niet voldoende waarborgen biedt voor de belangen van de minderjarige.
Het hof concludeert dat de grieven van de Raad falen en bekrachtigt de bestreden beschikking. De uitspraak benadrukt het belang van het gezag van ouders boven dat van derden, en dat de ondertoezichtstelling moet waarborgen dat ouders de kans krijgen om hun opvoedkundige verantwoordelijkheden te vervullen. De beslissing is genomen door de rechters Bouritius, Dusamos en Hulsebosch, en is openbaar uitgesproken.