ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5329
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Dusamos
- Van der Zanden
- Rechtspraak.nl
Einde van de verplichting tot betaling van partneralimentatie en bewijsvoering in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 januari 2009, ging het om een hoger beroep inzake de verplichting tot betaling van partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om de vrouw, verweerster in hoger beroep, te veroordelen tot terugbetaling van ontvangen alimentatie. Het hof verwijst naar een eerdere beschikking van 9 juli 2008, waarin de vrouw was toegelaten tot het bewijs dat er geen financiële verwevenheid bestond tussen haar en haar vriend. De vrouw had twee getuigen, haar ouders, doen horen, maar was zelf niet als getuige gehoord. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de getuigen niet ter zake dienend waren en dat de vrouw niet geslaagd was in het leveren van het aan haar opgedragen bewijs.
Het hof concludeerde dat er sprake was van een situatie als bedoeld in artikel 1:160 BW, wat betekende dat de verplichting van de man tot betaling van partneralimentatie met ingang van medio 2005 was geëindigd. Het hof stelde de datum van beëindiging vast op 1 juli 2005. De man had zijn verzoek tot terugbetaling in hoger beroep herhaald, en het hof oordeelde dat dit verzoek kon worden toegewezen, aangezien de vrouw de vordering niet had bestreden en de man geen specificatie had verstrekt van de omvang van de vordering.
De beslissing van het hof hield in dat de vrouw werd veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag dat zij vanaf 1 juli 2005 ter zake van partneralimentatie had ontvangen. Tevens werd bepaald dat iedere partij haar eigen proceskosten zou dragen. Deze beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2009, door de rechters Husson, Dusamos en Van der Zanden, bijgestaan door griffier mr. De Witte-Renkema.