ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5654
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- van Leuven
- Bouritius
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gesloten plaatsing van een jeugdige in jeugdzorg
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de gesloten plaatsing van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De jeugdige, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.J.A. Burlet, heeft hoger beroep aangetekend tegen de beschikking van de kinderrechter die een machtiging tot gesloten plaatsing heeft verleend. De jeugdige en haar ouders hebben betoogd dat zij altijd hun medewerking hebben verleend aan de hulpverlening en dat de beslissing van de kinderrechter niet goed gemotiveerd is. De ouders hebben de jeugdige in haar beroep ondersteund en benadrukt dat zij positief hebben ervaren dat zij hebben deelgenomen aan het programma Families First.
Het Gerechtshof 's-Gravenhage heeft de argumenten van de jeugdige en haar ouders in overweging genomen. De kinderrechter had geoordeeld dat de jeugdige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die haar ontwikkeling belemmeren, en dat gesloten plaatsing noodzakelijk was om te voorkomen dat zij zich aan de zorg zou onttrekken. Het hof heeft echter vastgesteld dat de onderbouwing van deze conclusie onvoldoende was. De jeugdige had in het verleden toestemming gegeven voor een ambulant persoonlijkheidsonderzoek, maar dit was niet uitgevoerd. Het hof concludeert dat de jeugdige meer gebaat zou zijn bij hulpverlening in de thuissituatie.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van Jeugdzorg tot een machtiging voor gesloten plaatsing afgewezen. Het hof oordeelt dat de situatie zoals bedoeld in de wet niet aanwezig is, en dat de jeugdige niet in een gesloten setting hoeft te worden geplaatst. De beslissing van het hof is genomen op 11 maart 2009, waarbij de betrokken rechters de zaak hebben beoordeeld en de griffier de uitspraak heeft vastgelegd.