ECLI:NL:GHSGR:2009:BK1714
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. Mos-Verstraten
- M. de Haan-Boerdijk
- Rechtspraak.nl
Verlenging van uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van co-ouderschap
In deze zaak gaat het om de verlenging van de uithuisplaatsing van drie minderjarigen, die onder toezicht zijn gesteld in het kader van een co-ouderschapsregeling tussen hun ouders. De moeder, verzoekster in hoger beroep, betwist de noodzaak van de uithuisplaatsing en stelt dat de grondslag hiervoor nooit aanwezig is geweest. Ze voert aan dat de kinderrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat er een conflictsituatie tussen de ouders bestaat die de emotionele ontwikkeling van de kinderen bedreigt. De moeder probeert de communicatie met de vader te verbeteren, maar stelt dat Jeugdzorg deze communicatie belemmert en haar reputatie schaadt door haar in verband te brengen met negatieve publiciteit over hun organisatie.
Jeugdzorg verzet zich tegen het beroep van de moeder en stelt dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de aanhoudende strijd tussen de ouders. Ze wijzen op de communicatieproblemen en de negatieve uitlatingen van de moeder over de vader, die de loyaliteitsproblematiek van de kinderen verergeren. Jeugdzorg heeft geen bewijs gevonden voor de eerdere zorgen over de geestelijke toestand van de moeder, maar meent dat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft om de co-ouderschapsregeling te waarborgen.
Het hof concludeert dat zonder ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing het risico bestaat dat de co-ouderschapsregeling abrupt eindigt, wat ernstige gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen kan hebben. Het hof bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter om de uithuisplaatsing te verlengen, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De ouders worden aangemoedigd om samen te werken aan een goede uitvoering van de co-ouderschapsregeling, ondanks de bestaande problemen.