ECLI:NL:GHSGR:2009:BK3515
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- Van Leuven
- De Haan-Boerdijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige in gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De raad voor de kinderbescherming had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter van 24 april 2009, waarin de uithuisplaatsing van [minderjarige] in een gesloten jeugdzorg accommodatie was afgewezen. De minderjarige, geboren in 1992, was onder toezicht gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden tot de datum waarop hij achttien jaar zou worden, maar de raad verzocht om de afwijzing van de uithuisplaatsing te vernietigen en alsnog een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 oktober 2009 waren de heer J. Ekkels namens de raad, de moeder, en mevrouw M.C. van Rijnsoever namens Jeugdzorg aanwezig. De vader was niet verschenen. De minderjarige werd gehoord in raadkamer, vergezeld van zijn advocaat mr. S.I. Kouwenhoven. De raad stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de behandeling van [minderjarige] niet in een ambulante setting kon plaatsvinden, en dat er ernstige zorgen waren over zijn gedrag en de relatie met zijn vriendin.
Het hof oordeelde dat de resterende tijd tot de meerderjarigheid van [minderjarige] te kort was om een gesloten plaatsing te rechtvaardigen. Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, en concludeerde dat de raad niet tijdig had ingegrepen in de zaak. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige en de rol van de raad in dergelijke procedures.