ECLI:NL:GHSGR:2009:BL9417
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Mink
- Bouritius
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het gerechtshof in echtscheidingszaak met verzoek tot nevenvoorziening voor woning in Frankrijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een echtscheiding tussen een man en een vrouw. De man had op 18 maart 2009 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 19 december 2008, waarin de echtscheiding was uitgesproken en de behandeling van nevenvoorzieningen was aangehouden. De vrouw diende op 23 juli 2009 een verweerschrift in, en beide partijen hebben op 30 juli 2009 hun standpunten mondeling toegelicht.
De kern van het geschil betrof de echtscheiding en het verzoek van de man om het gebruik van de voormalige echtelijke woning in Frankrijk, inclusief de daarbij behorende vakantieappartementen en inboedel, voort te zetten. Het hof overwoog dat het verzoek van de man tot het treffen van een nevenvoorziening niet kon worden behandeld, omdat de woning zich buiten Nederland bevond. Dit was in strijd met artikel 4, lid 3, aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waardoor het hof zich onbevoegd achtte om hierover te oordelen.
Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking voor zover deze aan zijn oordeel was onderworpen en verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het verzoek van de man. Tevens werd de man veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de vrouw waren begroot op € 1.788,- voor advocaatkosten en € 251,- aan griffierecht. De beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechters Husson, Mink en Bouritius aanwezig waren, bijgestaan door griffier mr. Willems.