ECLI:NL:GHSGR:2010:BM2657
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.W. Savelbergh
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van belanghebbende als directeur van vennootschap
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, die als directeur van vennootschap [B] B.V. in geschil is met de Inspecteur over de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005. De belanghebbende heeft samen met zijn echtgenote aangifte gedaan, waarbij hij een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.485 heeft opgegeven, inclusief een bedrag van € 37.951 aan loon uit tegenwoordige arbeid. De Inspecteur heeft de aanslag vastgesteld op een belastbaar inkomen van € 25.754, met een verrekenbare voorheffing aan loonheffing van € 10.927. Na bezwaar is de aanslag aangepast naar een belastbaar inkomen van € 24.937, maar de voorheffing bleef ongewijzigd.
De kern van het geschil betreft de vraag of belanghebbende een bedrag van € 12.252 aan ingehouden loonheffing kan verrekenen, of dat dit bedrag van € 10.925 moet zijn. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende niet in staat was om een gespecificeerd overzicht van de inhoudingen te overleggen, waaruit zou blijken ten laste van wie de inhouding van loonheffing heeft plaatsgevonden. Het Hof concludeert dat belanghebbende niet aan zijn bewijslast heeft voldaan, waardoor het hoger beroep ongegrond is verklaard.
Daarnaast is er een geschil over de aftrekbaarheid van door belanghebbende betaalde begrafeniskosten van zijn moeder. Het Hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven met betrekking tot deze kosten. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard dat hij door onvoorziene omstandigheden niet tijdig ter zitting van de rechtbank is verschenen, maar deze omstandigheden zijn niet voldoende om de aanslag te verlagen of de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. Het Hof heeft geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten.