ECLI:NL:GHSGR:2010:BM3023

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003124-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P.J. Wurzer
  • D. Jalink
  • J.C.F. van Gelder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak na uitsluiting van verklaring van de verdachte vanwege Salduz-verweer

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in Soedan, was beschuldigd van het in bezit hebben van valse reisdocumenten. De tenlastelegging betrof het bezit van een identiteitskaart en paspoorten met valse tenaamstellingen en vervalste persoonsgegevens. Tijdens de rechtszaak werd de verklaring van de verdachte, afgelegd aan de politie, uitgesloten van het bewijs. Het hof oordeelde dat de verdachte niet op de hoogte was gesteld van zijn recht op juridische bijstand voordat hij zijn verklaring aflegde, wat in strijd was met de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad. Hierdoor was de verklaring niet wettig en overtuigend bewijs. Na uitsluiting van deze verklaring resteerde er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op juridische bijstand en de gevolgen van het niet naleven van dit recht voor de bewijsvoering in strafzaken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003124-09
Parketnummer: 11-710624-09
Datum uitspraak: 18 maart 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van 10 juni 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboortestad] (Soedan) op [geboortedag] 1980,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 4 maart 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 07 maart 2009 te Hendrik-Ido-Ambacht in het bezit was van een reisdocument(en), te weten een identiteitskaart (met de uiterlijke kenmerken van een identiteitskaart van Tsjaad, ten name van [naam 1], geboren 1972) en/of (een) paspoort(en) (met de uiterlijke kenmerken van een paspoort van Tsjaad, ten name van [naam 1], geboren 1972 en/of met de uiterlijke kenmerken van een paspoort van Portugal, ten name van [naam 2], geboren [geboortedatum]), waarvan hij wist of redelijkerwijs m:oest vermoeden dat het/de reisdocument(en) vals of vervalst was/waren, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
- de identiteitskaart en/of het paspoort met de uiterlijke kenmerken van die van Tsjaad zijn voorzien van een valse tenaamstelling, althans een tenaamstelling die niet overeenkomt met de tenaamstelling op zijn, verdachtes, echte en onvervalste (Soedanese) paspoort (terwijl op de foto wel dezelfde persoon is afgebeeld) en/of
- het paspoort met de uiterlijke kenmerken van die van Portugal is voorzien van (een) verwisselde/vervalste foto('s) en/of vals aangebrachte persoonsgegevens.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden. Voorts is een beslissing genomen omtrent het beslag, zoals nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hierbij voorts als volgt.
Het hof sluit de door de verdachte tegenover de politie afgelegde verklaring uit van het bewijs.
Daarbij is van belang dat die verklaring is afgelegd in een situatie waarin aan de verdachte feitelijk door de politie zijn vrijheid was ontnomen. Niettemin heeft hij voorafgaand aan het afleggen van die verklaring geen advocaat geraadpleegd noch is hem gewezen op zijn daartoe strekkend recht. Gelet op de desbetreffende jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad had daarop wel moeten worden gewezen. Anders dan de advocaat-generaal vermag het hof niet in te zien dat dit anders zou zijn enkel omdat de vrijheidsbeneming in casu niet voortvloeide uit aanhouding ter zake van het tenlastegelegde feit maar het de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis betrof.
Na uitsluiting van de onderwerpelijke verklaring resteert onvoldoende bewijs ten aanzien van het tenlastegelegde zodat vrijspraak zal volgen.
Het hof laat het overige verweer onbesproken, gelet op de hierna vermelde beslissing.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer, mr. D. Jalink en mr. J.C.F. van Gelder, in bijzijn van de griffier
mr. R. van den Bosch. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 maart 2010.