ECLI:NL:GHSGR:2010:BN0800
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mos-Verstraten
- A. Mink
- J. van der Burght
- Rechtspraak.nl
Ontzegging omgang tussen vader en minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de omgangsregeling tussen de vader en zijn minderjarige dochter, geboren in 2007. De vader had eerder een verzoek ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling, maar trok dit verzoek in op 19 maart 2010. De moeder, die gezamenlijk met de vader het gezag over de minderjarige uitoefent, had in incidenteel appel verzocht om de vader het recht op omgang met de minderjarige te ontzeggen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat hij zijn principaal appel heeft ingetrokken. Tevens is de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot ontzegging van omgang, omdat zij dit verzoek voor het eerst in hoger beroep heeft gedaan, wat in strijd is met artikel 362 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft opgemerkt dat partijen het erover eens zijn dat er momenteel geen omgang plaatsvindt tussen de vader en de minderjarige, omdat dit niet in het belang van het kind is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beslissing is genomen door de rechters M. Mos-Verstraten, A. Mink en J. van der Burght, met mr. Rasmijn als griffier.