ECLI:NL:GHSGR:2010:BN1972

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.048.531.01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Husson
  • Labohm
  • Breederveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van bewindvoerders en mentoren in hoger beroep

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in Rotterdam, waarbij een bewind en mentorschap is ingesteld voor de rechthebbende. De verzoeker, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt om zijn benoeming als bewindvoerder en mentor van de rechthebbende, naast de reeds benoemde zus en broer. De zaak is behandeld op 4 juni 2010, waarbij de verzoeker en zijn broer aanwezig waren, maar de rechthebbende niet. De verzoeker stelt dat hij niet is gehoord in de eerdere beschikking, wat hij als een schending van het beginsel van hoor en wederhoor beschouwt. Het hof oordeelt dat de verzoeker in hoger beroep wel is gehoord en dat er overeenstemming is tussen de verzoeker en zijn broer en zus over hun gezamenlijke rol als bewindvoerders en mentoren. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking, met de aanvulling dat de verzoeker mede wordt benoemd tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en andere verzoeken in hoger beroep zijn afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 7 juli 2010
Zaaknummer : 200.048.531/01
Zaaknummer rechtbank : 993622 \ GZ VERZ 09-77 & 993624 \ 09-78
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de verzoeker,
advocaat mr. F.C. Wit-Facchetti te Rotterdam,
Als belanghebbende is aangemerkt:
1. [rechthebbende],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de rechthebbende,
2. [belanghebbende 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de zus van de verzoeker,
3. [belanghebbende 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de broer van de verzoeker.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De betrokkene is op 4 november 2009 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 5 augustus 2009 van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, vestiging Brielle.
Op 4 juni 2010 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, de broer van de verzoeker. De rechthebbende is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De aanwezigen hebben het woord gevoerd.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende en zijn de zus en de broer van de verzoeker tot bewindvoerders benoemd. Voorts is een mentorschap ingesteld over de rechthebbende en zijn de zus en de broer van de verzoeker tot mentoren benoemd.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de benoeming van de bewindvoerders over de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende en de benoeming van de mentoren van de rechthebbende.
2. De verzoeker verzoekt primair de bestreden beschikking aan te vullen en hem tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende te benoemen (het hof begrijpt: hem mede tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende te benoemen), en subsidiair het primaire verzoek niet te honoreren, de bestreden beschikking te vernietigen en een onafhankelijke derde te benoemen tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende.
3. De verzoeker voert drie grieven aan waarin hij – kort samengevat – stelt dat de rechtbank ten onrechte (vervroegd) de bestreden beschikking gewezen heeft omdat hij niet is gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijk aangegeven wens daartoe. Voorts stelt hij dat hij met zijn broer en zus, na een gesprek tussen hen allen als gevolg van de indiening van het verzoek in eerste aanleg, tot overeenstemming is gekomen dat zij gedrieën bewindvoerder en mentor zullen worden van de rechthebbende.
4. Het hof stelt voorop dat nu de verzoeker ter terechtzitting in hoger beroep is gehoord, de door hem gestelde schending van het beginsel van hoor en wederhoor in hoger beroep is hersteld. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is voorts gebleken dat tussen partijen overeenstemming bestaat omtrent de (mede-) benoeming van de verzoeker tot bewindvoerder en mentor van de rechthebbende. Nu de rechthebbende, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting is verschenen, gaat het hof ervan uit dat zij geen bezwaar heeft tegen de medebenoeming van de verzoeker tot bewindvoerder over de onder bewind gestelde goederen die haar toebehoren of zullen toebehoren en tegen de medebenoeming van de verzoeker tot haar mentor. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de verzoeker en zijn broer en zus in het verleden altijd gezamenlijk de belangen van de rechthebbende, met haar medeweten, hebben behartigd. Het hof zal derhalve aldus beslissen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking, met dien verstande:
benoemt [verzoeker] mede tot bewindvoerder over de bij beschikking van de kantonrechter te Rotterdam, locatie Brielle, van de onder bewind gestelde goederen, die toebehoren of zullen toebehoren aan [rechthebbende];
benoemt [verzoeker] mede tot mentor van [rechthebbende];
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Husson, Labohm en Breederveld, bijgestaan door mr. Rasmijn als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juli 2010.