ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2570

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-006107-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding in hennepkwekerijzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Middelburg, gewezen op 13 januari 2009. De verdachte, geboren in Bulgarije, werd op 13 november 2008 op heterdaad aangehouden in een hennepkwekerij. Na de aanhouding werd zij naar het politiebureau gebracht, waar zij met behulp van een tolk in de Bulgaarse taal werd verhoord. Tijdens dit verhoor ontving de verdachte een dagvaarding voor de terechtzitting van 13 januari 2009.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte redelijkerwijs op de hoogte moest zijn van de zittingsdatum en het tenlastegelegde feit. De verdachte heeft echter pas op 20 november 2009 hoger beroep ingesteld, wat meer dan veertien dagen na het vonnis van de politierechter was. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een verontschuldigbare termijnoverschrijding, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard in het hoger beroep.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit de rechters P.J. Wurzer, M.P.J.G. Göbbels en F.C.V. de Groot, in aanwezigheid van griffier C.J.A. Sabatier. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep toegewezen, en dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juni 2010.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006107-09
Parketnummer: 12-733039-08
Datum uitspraak: 28 juni 2010
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Middelburg van
13 januari 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedag] 1964,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 14 juni 2010 gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof stelt op grond van het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep vast dat de verdachte op 13 november 2008 op heterdaad is aangehouden in een hennepkwekerij. Aansluitend aan het delict is de verdachte naar het politiebureau gebracht en aldaar is zij met behulp van een tolk in de Bulgaarse taal verhoord. Vervolgens is op het politiebureau aan de verdachte een dagvaarding voor de terechtzitting van 13 januari 2009 uitgereikt.
Bij deze stand van zaken is het hof van oordeel dat de verdachte redelijkerwijs tevoren op de hoogte moet zijn geweest van de zittingsdatum, 13 januari 2009, en het aan haar tenlastegelegde feit. Mitsdien is geen sprake van een verontschuldigbare termijnoverschrijding.
Nu namens de verdachte niet binnen veertien dagen na het op 13 januari 2009 gewezen vonnis, maar pas op
20 november 2009 hoger beroep is ingesteld, dient zij daarin niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer, mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. F.C.V. de Groot, in bijzijn van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 juni 2010.
mrs. P.J. Wurzer en F.C.V. de Groot zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.