ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2576

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-006420-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging met escalerend effect op de openbare weg

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van openlijke geweldpleging, gepleegd op 4 januari 2009 te 's-Gravenhage, waarbij hij samen met een ander geweld heeft gebruikt tegen twee personen, waaronder een oud-schoolgenoot en diens vader. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en gevoelens van onveiligheid in de maatschappij heeft veroorzaakt.

De verdachte is eerder veroordeeld tot een taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte opnieuw heeft veroordeeld tot een taakstraf van 70 uren, te vervangen door hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze naar voren zijn gekomen tijdens het proces.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006420-09
Parketnummer: 09-560796-09
Datum uitspraak: 28 juni 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
23 november 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 14 juni 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 januari 2009 te 's-Gravenhage met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straatnaam], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [persoon 1] en/of [persoon 2], welk geweld bestond uit het vastpakken van de keel van die [persoon 1] en/of het meermalen, althans eenmaal, stompen/slaan tegen het gezicht en/of het achterhoofd van die [persoon 1] en/of het stompen in het gezicht, althans tegen het hoofd van die [persoon 2] en/of het duwen van die [persoon 2].
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 04 januari 2009 te 's-Gravenhage met een ander, op de openbare weg, de [straatnaam], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [persoon 1] en [persoon 2], welk geweld bestond uit het vastpakken van de keel van die [persoon 1] en het meermalen stompen/slaan tegen het gezicht en het achterhoofd van die [persoon 1] en het stompen in het gezicht en het duwen van die [persoon 2].
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging waarbij zijn optreden een escalerend effect heeft gehad. Door te handelen zoals is bewezenverklaard heeft de verdachte niet alleen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de aangevers, te weten een oud-schoolgenoot van de verdachte en de vader van die schoolgenoot, maar ook gevoelens van onveiligheid in de maatschappij teweeggebracht.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het hem tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 70 (zeventig) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 35 (vijfendertig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Dit arrest is gewezen door mr. S.A.J. van 't Hul, mr. I.P.A. van Engelen en mr. H.C. Wiersinga, in bijzijn van de griffier mr. S. Imami.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 juni 2010.