ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3582
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. de Haan-Boerdijk
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen bij biologische vader
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen bij hun biologische vader. De moeder, die alleen het ouderlijk gezag heeft, is in hoger beroep gegaan tegen een eerdere beslissing van de kinderrechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De moeder betwist de gronden voor de uithuisplaatsing en stelt dat de thuissituatie bij haar de laatste jaren is verbeterd. Ze voert aan dat de kinderrechter ten onrechte heeft geoordeeld op basis van verouderde feiten en dat de biologische vader niet in staat is om de zorg voor de minderjarigen op zich te nemen. De moeder vermoedt dat anonieme meldingen over haar afkomstig zijn van haar ex-partner en stelt dat er geen adequate zorg en steun is geboden door de gezinsvoogd.
Jeugdzorg, die als belanghebbende is aangemerkt, verdedigt de beslissing van de kinderrechter. Zij stelt dat de woonsituatie bij de biologische vader positief bijdraagt aan de ontwikkeling van de minderjarigen en dat hij over de nodige pedagogische vaardigheden beschikt. Jeugdzorg heeft ook geprobeerd om de moeder te ondersteunen, maar stelt dat zij afspraken niet is nagekomen. Het hof heeft de zaak op 7 juli 2010 mondeling behandeld, waarbij de moeder en de biologische vader niet verschenen, maar de advocaat van de moeder en vertegenwoordigers van Jeugdzorg wel aanwezig waren.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd die de conclusie van de kinderrechter zouden kunnen ondermijnen. Het hof oordeelt dat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, en dat de minderjarigen zich goed ontwikkelen bij de biologische vader. De beslissing is genomen op 21 juli 2010 en is gepubliceerd op Rechtspraak.nl.