ECLI:NL:GHSGR:2010:BN4487
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Labohm
- M. van Dijk
- M. Mertens-de Jong
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van Turks recht op huwelijksvermogensregime in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepasselijkheid van het huwelijksvermogensrecht van partijen, waarbij de vrouw in hoger beroep ging tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 27 juli 2009. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.C.M. van Schijndel, verzocht de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl de man, vertegenwoordigd door mr. J.W. Bogaardt, het beroep bestreed en vroeg om bekrachtiging van de eerdere beslissing.
De rechtbank had in eerste aanleg de echtscheiding uitgesproken en het verzoek van de vrouw om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap afgewezen. De vrouw stelde dat het onredelijk was om op basis van de huwelijksdatum Turks recht van toepassing te achten en dat de rechtbank het Haags Huwelijksvermogensverdrag van 1978 had moeten toepassen. De man daarentegen betoogde dat de rechtbank correct had geoordeeld en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het Chelouche/Van Leer-criterium rechtvaardigden.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat Turks recht van toepassing was op het huwelijksvermogensregime van partijen. De omstandigheden die de vrouw aanvoerde, zoals de Nederlandse nationaliteit en het in Nederland opgebouwde vermogen, waren volgens het hof niet voldoende om de objectieve verwijzingsregel te corrigeren. Het hof bekrachtigde derhalve de bestreden beschikking, waarmee de vrouw niet in haar verzoek werd ontvangen.
Deze uitspraak benadrukt de complexiteit van internationaal privaatrecht en de toepassing van huwelijksvermogensrecht, vooral in gevallen waar partijen verschillende nationaliteiten en rechtsstelsels hebben. De beslissing van het hof is een bevestiging van de geldende regels omtrent de toepasselijkheid van huwelijksvermogensrecht in internationale contexten.