ECLI:NL:GHSGR:2010:BN5598
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Pannekoek-Dubois
- A. Dusamos
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Ontslag en vervanging van bewindvoerder in hoger beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vrouw die is ontslagen als bewindvoerder over de goederen van haar dochter, de rechthebbende. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.C. Blok, heeft in hoger beroep de beslissing van de kantonrechter aangevochten, die op 11 november 2008 had besloten om de vrouw te ontslaan en de Stichting Financieel Beheer en Bewindvoering (SFBB) als nieuwe bewindvoerder aan te stellen. De vrouw heeft aangevoerd dat haar ontslag onterecht was, en dat de SFBB ten onrechte was benoemd. Ze stelde dat haar falen in het betalen van rekeningen te wijten was aan slechte communicatie met Stichting Mee en dat dit als overmacht moest worden beschouwd.
Tijdens de zitting op 12 mei 2010 heeft de advocaat van de vrouw verklaard dat zij haar dochter gedurende twee jaar niet had gezien en dat er geen contact was tussen hen, wat het beheer van de onder bewindgestelde goederen bemoeilijkte. De SFBB heeft aangegeven dat de bewindvoering goed verloopt en dat de rechthebbende tevreden is met de wijze waarop haar financiële zaken worden geregeld. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter terecht tot het ontslag van de vrouw is overgegaan, gezien de wensen van de rechthebbende en het feit dat overleg over het beheer onmogelijk was. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de vrouw afgewezen.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van de wensen van de rechthebbende in bewindvoeringzaken en bevestigt dat een bewindvoerder moet voldoen aan de eisen die in de wet zijn gesteld. De beslissing is genomen op basis van artikel 1:448 van het Burgerlijk Wetboek, dat de voorwaarden voor ontslag van een bewindvoerder regelt. De uitspraak is gedaan door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 juli 2010.