ECLI:NL:GHSGR:2010:BN5628
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- B. Bouritius
- A. Kamminga
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Contactregeling tussen minderjarige en moeder in het belang van de ontwikkeling van het kind
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, ging het om de contactregeling tussen een minderjarige en zijn moeder, die niet dagelijks voor hem zorgde. De vader van de minderjarige had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, waarin een contactregeling was vastgesteld. De vader voerde aan dat de regeling niet in het belang van de minderjarige was en stelde dat er eerst een psychologisch onderzoek van de moeder moest plaatsvinden voordat contact kon worden toegestaan. De moeder bestreed deze grieven en stelde dat de vader niet bereid was om medewerking te verlenen aan de contacten tussen haar en de minderjarige.
Het hof benadrukte het belang van contact tussen de minderjarige en beide ouders, ook na een scheiding. Het hof oordeelde dat de door de rechtbank vastgestelde contactregeling, die onder toezicht van Jeugdzorg zou plaatsvinden, in het belang van de ontwikkeling van de minderjarige was. De vader had ter zitting verklaard dat hij nu geen voorwaarden meer stelde voor contact, maar dat de minderjarige zelf geen contact met de moeder wenste. Het hof verwierp de stelling van de vader dat de minderjarige geen contact met de moeder wenste, en concludeerde dat de vader ook voorstander was van contact.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof de bestreden beschikking en wees het overige verzoek in hoger beroep af. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal hof bestaande uit drie rechters, met mr. De Klerk als griffier. De beslissing werd uitgesproken op 4 augustus 2010.