ECLI:NL:GHSGR:2010:BN5635
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- B. Bouritius
- A. Kamminga
- M. van der Burght
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag wegens noncommunicatie tussen ouders en onbereikbaarheid van de vader
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 augustus 2010, staat de beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarigen centraal. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 februari 2009 te vernietigen, waarin haar verzoek om het gezamenlijk gezag te wijzigen werd afgewezen. De moeder stelt dat de vader, sinds hun echtscheiding in 2004 en zijn verhuizing naar Spanje, nauwelijks met haar heeft gecommuniceerd, wat de uitvoering van het gezamenlijk gezag onmogelijk maakt. Bovendien heeft de vader zonder haar toestemming de minderjarige naar Spanje laten reizen, wat de situatie verder compliceert.
Het hof overweegt dat ouders die tijdens hun huwelijk gezamenlijk gezag hebben, dit in principe behouden. Echter, op basis van artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek kan het gezamenlijk gezag beëindigd worden indien de omstandigheden zijn gewijzigd. Het hof stelt vast dat de communicatie tussen de ouders al geruime tijd ontbreekt en dat de vader niet bereikbaar is. Dit maakt het onmogelijk voor de moeder om samen met de vader belangrijke beslissingen te nemen over de opvoeding en verzorging van de minderjarigen.
Na de mondelinge behandeling, waarbij de moeder en haar advocaat aanwezig waren, maar de vader niet, concludeert het hof dat het in het belang van de minderjarigen noodzakelijk is dat het gezag over hen aan de moeder alleen toekomt. Het hof vernietigt de bestreden beschikking en bepaalt dat het gezamenlijk gezag beëindigd wordt, waarbij de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarigen heeft. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de griffier wordt opgedragen om deze beslissing aan de rechtbank te communiceren.