ECLI:NL:GHSGR:2010:BN6724

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000889-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs in diefstalzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1985, was beschuldigd van diefstal in vereniging, gepleegd op 7 januari 2007 te Krimpen aan den IJssel. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de eerste aanleg zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van twee jaren. Tevens werd gevorderd dat een inbeslaggenomen geldbedrag van € 300,00 zou worden teruggegeven aan de rechthebbende.

Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als medepleger of medeplichtige aan te merken. Het hof oordeelde dat de verdachte bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs moest worden vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. De verdediging had aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, maar dit verweer werd door het hof verworpen. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een begin van aannemelijkheid voor de verdediging konden ondersteunen.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Daarnaast werd de teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 300,00 aan de verdachte gelast. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000889-09
Parketnummer: 10-662926-07
Datum uitspraak: 1 juli 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van
9 februari 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 17 juni 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van twee jaren.
Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het inbeslaggenomen geldbedrag zal worden teruggegeven aan de rechthebbende, de heer [persoon 1].
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
"hij op of omstreeks 07 januari 2007 te Krimpen aan den IJssel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkel/pand gelegen aan de [straatnaam 1]/[straatnaam 2] heeft weggenomen een hoeveelheid kleding en/of schoeisel en/of een geldbedrag (500 euro of daaromtrent), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [onderneming] en/of [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door met een steen een ruit van die winkel/dat pand in te gooien/te slaan en/of (vervolgens) via (een) (de aldus ontstane) opening naar binnen te gaan/te klimmen";
subsidiair:
"[persoon 2] en/of [persoon 3] en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 07 januari 2007 te Krimpen aan den IJssel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel/pand gelegen aan de [straatnaam 1]/[straatnaam 2] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid kleding en/of schoeisel en/of een geldbedrag (500 euro of daaromtrent), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [onderneming] en/of [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan verdachte, waarbij die [persoon 2] en/of die [persoon 3] en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door - (buiten bij die winkel/dat pand) op de uitkijk te staan teneinde bij gevaar voor ontdekking te (kunnen) waarschuwen, en/of - te helpen dat/die goed(eren) die winkel/dat pand uit te brengen en/of in te laden in een auto/vervoermiddel".
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van twee jaren.
Voorts is gelast dat het inbeslaggenomen geldbedrag van € 300,00 wordt teruggegeven aan de rechthebbende, de heer [persoon 1].
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in zijn vervolging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman het verweer gevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging, op gronden zoals nader toegelicht in zijn overgelegde pleitnotitie.
Het hof verwerpt het verweer van de verdediging erop neerkomend, dat nu de schoenen van de verdachte, waaraan technisch onderzoek is gedaan, niet meer beschikbaar zijn voor de verdediging niet valt te controleren of wellicht sprake is geweest van verwisseling van de schoenen van de verdachte met de schoenen van hetzelfde merk van één van de medeverdachten. Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is niet gebleken van feiten en omstandigheden, waaruit een begin van aannemelijkheid voor een zodanige vergissing zou kunnen blijken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet met voldoende mate van zekerheid komen vast te staan dat de verdachte als medepleger dan wel als medeplichtige het tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte dient derhalve bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs te worden vrijgesproken van hetgeen aan hem primair en subsidiair is tenlastegelegd.
Beslag
Ten aanzien van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 300,-- zal het hof de teruggave gelasten aan de verdachte.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 300,-- aan de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar, mr. N. Zandbergen en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 juli 2010.
Dr. G.J. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.