ECLI:NL:GHSGR:2010:BN8822

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001642-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en de veroordeling van een minderjarige verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 20 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor mensenhandel. De verdachte, een minderjarige jongen, werd beschuldigd van het werven van drie minderjarige meisjes voor de prostitutie door gebruik te maken van loverboy-methodes. Hij heeft hen gedwongen zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen met derden, waarbij een groot deel van hun verdiensten aan hem of zijn mededader moest worden afgegeven. De verdachte heeft de meisjes bovendien bedreigd en gechanteerd met geweld en het bekendmaken van hun activiteiten aan hun familie als zij weigerden te werken.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van negen maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast een gedragsbeïnvloedende maatregel opgelegd voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank had eerder een kortere jeugddetentie opgelegd, maar het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, een zwaardere straf rechtvaardigden. De verdachte werd als zwakbegaafd gekarakteriseerd, met een gebrekkige morele ontwikkeling, wat ook in de rapportages naar voren kwam. Het hof heeft de aanbevelingen van de Raad voor de Kinderbescherming en de psychologen in overweging genomen en besloten dat de verdachte, ondanks zijn beperkingen, een kans moet krijgen om zijn leven op de rails te krijgen met de juiste begeleiding.

De uitspraak benadrukt de ernst van mensenhandel, vooral als het gaat om minderjarigen, en de noodzaak van een passende straf die zowel de bescherming van de slachtoffers als de rehabilitatie van de dader in het oog houdt. Het hof heeft de proeftijd van een eerdere veroordeling verlengd en de verdachte de kans gegeven om zijn gedrag te verbeteren onder toezicht van de jeugdreclassering.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001642-09
Parketnummer(s): 09-752060-08 en 09-931494-07 (TUL)
Datum uitspraak: 20 juli 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 maart 2009 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [dag] 1993,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
4 september 2009, 10 november 2009, 29 januari 2010 en
6 juli 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 te 's-Gravenhage en/of in elk geval in Nederland, al dan niet tesamen en in vereniging met een ander en/of anderen, (een) ander(en), genaamd [persoon 1] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 2] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 3] (geboren [dag] 1992), heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3]
- (telkens) die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] door beloften van geldelijk gewin en mooie (gezamenlijke) toekomstplannen heeft overgehaald zich beschikbaar te stellen voor prostitutie en/of
- (telkens) die [persoon 1] en/of [persoon 2] meermalen heeft weggebracht naar de plaats waar zij in de prostitutie werkte(n) en/of
- (telkens) die [persoon 1] en/of [persoon 2] meermalen heeft bedreigd haar/hun te mishandelen en/of haar/hun ouders te vertellen dat ze voor hem als prostituee werkte(n) indien zij niet voor hem in de prostitutie zou gaan/blijven werken,
terwijl [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt
en/of
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 te 's-Gravenhage en/of in elk geval in Nederland, al dan niet tesamen en in vereniging met een ander en/of anderen, [persoon 1] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 2] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 3] (geboren [dag] 1992), ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met of voor een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] enige handeling heeft ondernomen, te weten het:
- (telkens) aanmelden van die [persoon 3] op sekssites, zodat die [persoon 3] afspraken kan maken met klanten en/of
- (telkens) meermalen (laten) wegbrengen van die [persoon 1] en/of [persoon 2] naar de plaats(en) waar zij in de prostitutie werkte(n) en/of
- (telkens) meermalen willen weten hoeveel die [persoon 1] en/of [persoon 2] heeft/hebben ontvangen van klanten en/of
- (telkens) (vervolgens) meermalen delen in de opbrengst van die prostitutie en/of
- (telkens) die [persoon 1] en/of [persoon 2] meermalen bedreigen haar/hun te mishandelen en/of aan haar/hun ouders te vertellen dat ze voor hem als prostituee werkte indien zij niet voor hem in de prostitutie zou gaan/blijven werken,
waarvan hij verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt
en/of
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 te 's-Gravenhage en/of in elk geval in Nederland, al dan niet tesamen en in vereniging met een ander en/of anderen, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit een of meer seksuele handelingen van [persoon 1] en/of [persoon 2], met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [persoon 1] en/of [persoon 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt,
immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) meermalen geld, dat door [persoon 1] en/of [persoon 2] met prostitutie was verdiend en/of verkregen, van die [persoon 1] en/of [persoon 2] ontvangen en verkregen.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest en is aan de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. Voorts is er een beslissing genomen omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf als nader in het vonnis waarvan beroep vermeld.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 in Nederland, tesamen en in vereniging met een ander, anderen, genaamd [persoon 1] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 2] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 3] (geboren [dag] 1992), heeft geworven, vervoerd, met het oogmerk van uitbuiting van die [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3]
- (telkens) die [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3] door beloften van geldelijk gewin en mooie (gezamenlijke) toekomstplannen heeft overgehaald zich beschikbaar te stellen voor prostitutie en
- die [persoon 1] meermalen heeft weggebracht naar de plaats waar zij in de prostitutie werkte en
- die [persoon 1] en/of [persoon 2] meermalen heeft bedreigd haar te mishandelen en hun ouders te vertellen dat ze voor hem als prostituee werkten indien zij niet voor hem in de prostitutie zou gaan/blijven werken,
terwijl [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt
en
hij op meerdere tijdstippen in de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 in Nederland, tesamen en in vereniging met een ander, [persoon 1] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 2] (geboren [dag] 1991) en/of [persoon 3] (geboren [dag] 1992), ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met een derde tegen betaling, dan wel ten aanzien van die [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3] enige handeling heeft ondernomen, te weten het:
- (telkens) aanmelden van die [persoon 3] op sekssites, zodat die [persoon 3] afspraken kan maken met klanten en
- meermalen laten wegbrengen van die [persoon 1] naar de plaatsen waar zij in de prostitutie werkte en
- die [persoon 1] en [persoon 2] meermalen bedreigen haar te mishandelen en aan hun ouders te vertellen dat ze als prostituee werkte indien zij niet voor hem in de prostitutie zou gaan/blijven werken,
waarvan hij verdachte en zijn mededader wisten dat die [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3] zich daardoor beschikbaar zouden stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [persoon 1] en [persoon 2] en [persoon 3] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt
en
hij op meerdere tijdstippen in de periode van de maand september 2008 tot en met 13 november 2008 in Nederland, tesamen en in vereniging met een ander, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [persoon 1] en [persoon 2], met een derde tegen betaling, terwijl die [persoon 1] en [persoon 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
immers heeft verdachte en zijn mededader meermalen geld, dat door [persoon 1] en [persoon 2] met prostitutie was verdiend en verkregen, van die [persoon 1] en [persoon 2] ontvangen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl de persoon ten aanzien van wie het feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest, een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een gedragsbeinvloedende maatregel voor de duur van 12 maanden.
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met een ander op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan - kort gezegd - mensenhandel. Verdachte heeft een drietal minderjarige meisjes door gebruikmaking van zogenaamde loverboy-methodes geworven voor de prostitutie. Hij heeft hen zo ver gekregen zich daadwerkelijk beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met derden. Een groot deel van het geld dat de meisjes verdienden, moesten zij afgeven aan verdachte of zijn mededader. Als de meisjes niet (meer) voor de verdachte wilden werken, chanteerde verdachte de meisjes met bekendmaking van hun werk bij familie en bedreigde hij hen met geweld.
De verdachte heeft hierdoor op hoogst laakbare wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de jeugdige slachtoffers en zijn eigen geldelijke gewin voorop gesteld.
Voorts is komen vast te staan dat de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 juni 2010 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof heeft acht geslagen op de navolgende rapportages.
Een Pro Justitia rapportage van ForCa d.d. 2 juni 2010, opgesteld door drs. M. van Heteren-Van Namen, GZ-psycholoog, en D. Master, Kinder- en Jeugdpsychiater, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
[verdachte] heeft een gebrekkige ontwikkeling doorgemaakt. Hij functioneert op zwakbegaafd niveau. Voorts is er sprake van een gedragsstoornis, thans in remissie, waarbij het begin wat onduidelijk blijft, mede door de vroeg ingetreden pubertijd. Hiervan was ten tijde van het tenlastegelegde ook sprake. [verdachte] werd in zijn moreel redeneervermogen gehinderd door verwennende verwaarlozing, negatieve omgevingsinvloeden en zijn zwakbegaafdheid. [verdachte] komt als zwakbegaafd, naïef, gemakkelijk beïnvloedbaar en weinig ervaren in sociale contacten naar voren. Hij heeft weinig contact met zijn gevoel en kan zich ook niet zo goed inleven in de ander.
Geadviseerd wordt [verdachte] enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Voorts wordt aanbevolen om, gezien de afwezigheid van grote problemen in het gedrag van [verdachte] in de observatieperiode en de periode daaraan voorafgaand binnen de verschillende JJI's, de focus van begeleiding en toezicht vooral op het moreel besef te leggen.
Deelname aan een Equip of WS-ART groep biedt deze mogelijkheid. FFT lijkt de meest aangewezen vorm van systeemgerichte therapie, aangezien die voor langere tijd kan doorlopen. Qua instelling kan gedacht worden aan De Waag. De Raad voor de Kinderbescherming heeft toegezegd een gedetailleerd plan van aanpak te maken. Qua juridisch kader lijkt een gedragsbeïnvloedende maatregel de meest geschikte vorm. [verdachte] kan dan via een aansluitende ambulante behandeling verder worden ondersteund. Er is niet gedacht aan een voorwaardelijke PIJ naast de GBM. [verdachte] heeft duidelijk geprofiteerd van de plaatsing binnen JJI maar lijkt deze thans ontgroeid. Een detentie als stok achter de deur ligt meer in de rede.
Een voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 30 juni 2010 opgesteld door A. Hoekstra, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
De Raad voor de Kinderbescherming heeft eerder een PIJ maatregel geadviseerd. Op basis van nieuwe informatie heeft de Raad reden om het gegeven advies d.d. 4 september 2009 te wijzigen. Een PIJ maatregel wordt nu niet optimaal passend geacht in de situatie van [verdachte]. De Forca rapportage geeft veel aanknopingspunten tot een alternatief.
[verdachte] is een jongen, die mede gezien zijn beperkte verstandelijke vermogens, een wat kwetsbare jongen zal blijven. Hij heeft zeer langdurig gesloten gezeten, hij heeft zich hier opengesteld voor de begeleiding, scholing en training en hier ook goed aan meegewerkt. De Raad is de mening toegedaan dat [verdachte] met ondersteuning de kans moet krijgen om zijn leven, vanuit de thuissituatie, op de rails te krijgen. Dit houdt praktisch gezien in een vaste dagbesteding en het vermijden van risicovolle vrienden. [verdachte] zal hierbij in eerste instantie intensief gecontroleerd/ondersteund moeten worden in zijn uiteindelijke groet naar jong volwassene. Tevens dient moeder verder ondersteund te worden in de wijze van omgaan met haar zoon.
De Raad ziet voordelen in een gedragsbeïnvloedende maatregel. Aan deze maatregel kunnen verschillende voorwaarden worden gekoppeld. [verdachte] kan bij zijn moeder gaan wonen, hij kan aan het werk en starten met school (hij is aangemeld bij een MBO opleiding waar hij na de zomer zeer waarschijnlijk kan beginnen) en kan hij starten met MST/systeemgericht behandeling. Verder wordt het van belang geacht dat [verdachte] zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering in het kader van ITB harde kern, hierna gevolgd door de maatregel Hulp en Steun. Gezien het feit dat verwacht wordt dat de problematiek van [verdachte], in combinatie, met zijn (beperkte) intelligentie, een lang begeleidingstraject zal vergen, wordt geadviseerd de gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van 12 maanden op te leggen.
Voorts heeft het hof acht geslagen op het Plan van Aanpak van de Jeugdreclassering d.d. 1 juli 2010 opgemaakt door M. ter Horst.
Het hof acht op grond van bovenstaande de maatregel van Plaatsing in een Jeugdinrichting niet meer geboden nu noch uit de rapportages noch anderszins is gebleken dat deze maatregel voor de verdachte thans nog geïndiceerd is.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke jeugddetentie van navermelde duur in combinatie met de gedragsbeïnvloedende maatregel een passende en geboden reactie vormt. Tevens is de maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 8 mei 2008 onder parketnummer 09-931494-07 is de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 3 maanden, met bevel dat die jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg ingediende vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet-tenuitvoergelegde straf, op grond dat de verdachte de hiervoor bedoelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
In hoger beroep is komen vast te staan, dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers de in de onderhavige strafzaak bewezenverklaarde feiten begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijd nog niet was verstreken. De vordering is in beginsel gegrond.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, is het hof van oordeel dat de proeftijd met één jaar moet worden verlengd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77h, 77i, 77w, 77wc, 77gg en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt, dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Legt aan de verdachte op de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat de maatregel zal bestaan uit:
* begeleiding door de Jeugdreclassering in het kader van ITB harde kern;
* hierna gevolgd door de maatregel Hulp en Steun;
* MST dan wel een andere gelijkwaardige systeemgerichte behandeling bij De Waag.
één en ander onder toezicht en begeleiding van Bureau Jeugdzorg, afdeling Jeugdreclassering.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel heeft meegewerkt, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de kinderrechter te 's-Gravenhage van 8 mei 2008 onder parketnummer 09-931494-07 met een termijn van 1 (één) jaar.
Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, mr. T.W.H.E. Schmitz en mr. M. Jongeneel-
Van Amerongen, in bijzijn van de griffier mr. P. Melis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 20 juli 2010.
Mr. M. Jongeneel-Van Amerongen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.