ECLI:NL:GHSGR:2010:BN9313
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. de Haan-Boerdijk
- A. Stollenwerck
- H. Hulsebosch
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor afgifte identiteitsbewijs ten behoeve van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de afgifte van een identiteitskaart voor de minderjarige [naam minderjarige], geboren in 2008. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 25 januari 2010, die toestemming had verleend voor de afgifte van de identiteitskaart. De moeder stelde dat de afgifte van de identiteitskaart niet in het belang van de minderjarige was en verzocht het hof de geldigheidsduur van de identiteitskaart te beperken tot de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing.
Het hof heeft de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting in overweging genomen. Het hof oordeelde dat de moeder geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die een andere beslissing rechtvaardigden. Het belang van de minderjarige om volledig te participeren in het gezinsleven van de pleegouders, inclusief vakanties, werd als belangrijk beschouwd. Het hof wees erop dat de moeder niet had betwist dat het niet in het belang van de minderjarige was om hem voor de duur van de vakantie van de pleegouders elders te plaatsen.
De moeder had ook geen belang bij haar verzoek om de geldigheidsduur van de identiteitskaart te beperken, aangezien het in de rede lag dat zij zelf over het paspoort van de minderjarige zou kunnen beschikken indien de uithuisplaatsing zou worden beëindigd. Het hof bekrachtigde daarom de bestreden beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder af. De uitspraak werd gedaan door mrs. De Haan-Boerdijk, Stollenwerck en Hulsebosch, en is openbaar uitgesproken op 4 augustus 2010.