ECLI:NL:GHSGR:2010:BO4354

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
30 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001575-10
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van geschriften en niet bestaande schuldvordering in faillissement

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 30 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor valsheid in geschrift en het indienen van een niet bestaande schuldvordering bij de curator. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van het feit dat hij een niet bestaande schuldvordering had ingediend, maar heeft hem wel veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. De zaak betreft meerdere feiten van valsheid in geschrift, waarbij de verdachte samen met mededaders valse koopovereenkomsten en andere documenten heeft opgemaakt en gebruikt met het doel deze als echt te laten doorgaan. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervalsen van documenten die bestemd waren om als bewijs te dienen in juridische procedures. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn geestelijke gezondheid. De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis voor wat betreft de niet bestaande schuldvordering, maar bevestigt de overige onderdelen van het vonnis. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001575-10
Parketnummer: 13-993172-07
Datum uitspraak: 30 september 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te Amsterdam
meervoudige kamer voor strafzaken
zitting houdende te 's-Gravenhage
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 april 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 16 september 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsdiair 120 dagen hechtenis, waarvan 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 juni 2005, te Hilversum en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, een koopovereenkomst ('Protokol') gedateerd 11 juli 2005
(D-037) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) die koopovereenkomst bekrachtigd met, althans voorzien van zijn/hun handtekening, terwijl in die koopovereenkomst in strijd met de waarheid was opgenomen dat
- het betreffende onroerend goed op 29 april 2003 door [medeverdachte 1] is verkocht aan [persoon 1] en/of
- de koopsom van het betreffende onroerend ad 3.000.000 euro door [persoon 1] aan [medeverdachte 1] is gegeven en/of - de waarde van het onroerend goed op 9.700.000 euro is getaxeerd,
zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 28 mei 2005 tot en met 1 augustus 2005, te Hilversum en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een kopie van) een valse of vervalste koopovereenkomst ('Protokol') gedateerd 11 juli 2005 (D-037) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - heeft afgeleverd, althans doen afleveren en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst,
bestaande dat afleveren, althans doen afleveren en/of voorhanden hebben hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- (een kopie van) die koopovereenkomst heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan [persoon 1] en/of
- (een kopie van) die koopovereenkomst heeft/hebben gestuurd naar, althans doen toekomen aan [persoon 2] en/of
- (een kopie van) die koopovereenkomst heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan de curator in het faillissement van [persoon 1],
en
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid in die koopovereenkomst was vermeld dat
- het betreffende onroerend goed op 29 april 2003 door [medeverdachte 1] is verkocht aan [persoon 1] en/of
- de koopsom van het betreffende onroerend ad 3.000.000 euro door [persoon 1] aan [medeverdachte 1] is gegeven en/of
- de waarde van het onroerend goed op 9.700.000 euro is getaxeerd;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 28 mei 2005 tot en met 1 augustus 2005, te Hilversum en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een authentieke akte, te weten een (kopie van een) aanmaning ('iHTARNAME nr 16005') gedateerd 12 juli 2005 (D-001), in welke akte een valse opgave was opgenomen van (een) feit(en) van welks waarheid de akte moest doen blijken, heeft afgeleverd, althans doen afleveren en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die akte bestemd was voor gebruik als ware de inhoud in overeenstemming met de waarheid,
bestaande dat afleveren, althans doen afleveren en/of voorhanden hebben hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
-(een kopie van) die aanmaning heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan [persoon 1] en/of
- (een kopie van) die aanmaning heeft/hebben gestuurd naar, althans doen toekomen aan [persoon 2] en/of
- (een kopie van) die aanmaning heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan de curator in het faillissement van [persoon 1],
en
bestaande die valse opgave hierin dat in strijd met de waarheid in die aanmaning was vermeld dat het betreffende onroerend goed op 11 juli 2005 door [medeverdachte 1] is verkocht aan [persoon 1];
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 28 mei 2005 tot en met 1 augustus 2005, te Hilversum en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een valse of vervalste (kopie van een) aanmaning ('iHTARNAME nr 16005') gedateerd 12 juli 2005 (D-001) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - heeft afgeleverd, althans doen afleveren en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst,
bestaande dat afleveren, althans doen afleveren en/of voorhanden hebben hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s)
-(een kopie van) die aanmaning heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan [persoon 1] en/of
-(een kopie van) die aanmaning heeft/hebben gestuurd naar, althans doen toekomen aan [persoon 2] en/of
-(een kopie van) die aanmaning heeft/hebben overhandigd, althans doen overhandigen aan de curator in het faillissement van [persoon 1],
en
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid in die aanmaning was vermeld dat het betreffende onroerend goed op 11 juli 2005 door [medeverdachte 1] is verkocht aan [persoon 1];
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 23 maart 2006 tot en met 11 april 2006, te Hilversum en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, een rapport (ongedateerd) (D-008) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, althans doen opmaken of doen vervalsen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) in strijd met de waarheid in dat rapport vermeld, althans doen vermelden dat
- [persoon 1] op 29 april 2003 in Lausanne 3.000.000 euro in contanten heeft betaald aan [medeverdachte 1] en/of
- [medeverdachte 1] op 15 juli 2003 een bedrag van 4.500.000 euro heeft geleend aan [persoon 1] tegen 25% rente per jaar en/of
- [medeverdachte 1] op 15 juli 2005 een schuldvordering van 6.450.000 euro heeft op [persoon 1],
en/of
dat verdachte en/of zijn mededader(s) dat rapport heeft/hebben bekrachtigd met, althans voorzien van zijn handtekening, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Subsidiair:
hij op of omstreeks 11 april 2006, te Amsterdam en/of Hilversum en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een (kopie van een) vals of vervalst rapport (ongedateerd) (D-008) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) dat rapport heeft/hebben gestuurd naar, althans doen toekomen aan de curator in het faillissement van [persoon 1]
en
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in strijd met de waarheid in dat rapport was vermeld dat
- [persoon 1] op 29 april 2003 in Lausanne 3.000.000 euro in contanten heeft betaald aan [medeverdachte 1] en/of
- [medeverdachte 1] op 15 juli 2003 een bedrag van 4.500.000 euro heeft geleend aan [persoon 1] tegen 25% rente per jaar en/of
- [medeverdachte 1] op 15 juli 2005 een schuldvordering van 6.450.000 euro heeft op [persoon 1];
4.
hij op of omstreeks 16 november 2006, te Amsterdam en/of Hilversum en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, bij verificatie van de schuldvorderingen in geval van faillissement van [persoon 1], een niet bestaande schuldvordering (D-011) heeft voorgewend, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) bij de curator, [curator], een niet bestaande schuldvordering van 6.450.000 euro ingediend, te weten een lening van [medeverdachte 1] aan [persoon 1] op 15 juli 2003 voor een bedrag van 4.300.000 euro vermeerderd met een rentevergoeding van 25 procent per jaar gedurende twee jaren.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde, de strafoplegging en de motivering.
Het vonnis moet op die onderdelen worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
Op basis van de stukken in het dossier is het hof van oordeel dat niet wettig kan worden bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof zal derhalve het vonnis waarvan beroep vernietigen ten aanzien van alle ter zake van het onder 4 tenlastegelegde overwogene en ter zake genomen beslissingen.
Ten aanzien van de straf en de motivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met mededader [medeverdachte 1] in 2005 schuldig gemaakt aan de bewezenverklaarde feiten.
Het hof houdt bij de op te leggen straf rekening met de geestelijke gezondheid van de verdachte.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Ten aanzien van het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis en neemt het hof die over, zodat het vonnis in zoverre dient te worden bevestigd.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van alle ter zake van het onder 4 tenlastegelegde genomen beslissingen, alsmede de strafoplegging en de motivering daarvan en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 60 (zestig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
1 (één) maand.
Beveelt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door mr. M.P.J.G. Göbbels,
mr. N. Schaar en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier mr. M.M. Koers.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 30 september 2010.
Dr. G.J. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.