ECLI:NL:GHSGR:2010:BO6296
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Labohm
- M. Stollenwerck
- J. Mulder
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en verdeling van de gemeenschap; verzoek tot (partiële) verdeling ten onrechte in eerste aanleg gedaan en toegewezen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, waarin de echtscheiding is uitgesproken en de inboedel van de echtelijke woning aan haar is toegedeeld zonder verrekening met de man. De vrouw is op 28 september 2009 in hoger beroep gekomen van deze beschikking, die op 29 juni 2009 is gegeven. De zaak is op 5 november 2010 mondeling behandeld, waarbij de advocaat van de vrouw aanwezig was, maar de man niet. De vrouw heeft betoogd dat in eerste aanleg niet de juiste verzoeken zijn ingediend, en dat er geen geschil meer bestond over de verdeling van de huwelijksgemeenschap.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw en de man in eerste aanleg kennelijk waren overeengekomen dat alleen de echtscheiding zou worden verzocht, en niet de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw heeft op 13 januari 2010 afstand gedaan van de huwelijksgemeenschap. Het hof overweegt dat de rechter alleen kan ingrijpen in de verdeling als er geen overeenstemming is tussen de deelgenoten. Aangezien er geen geschil meer was over de verdeling, had het verzoek in eerste aanleg niet toegewezen kunnen worden.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek tot verdeling alsnog afgewezen. De beslissing is genomen op 1 december 2010 door het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarbij de rechters A. Labohm, M. Stollenwerck en J. Mulder betrokken waren, met mr. Vergeer-van Zeggeren als griffier.