ECLI:NL:GHSGR:2010:BO8302
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- M. Husson
- J. Mink
- Rechtspraak.nl
Verklaring voor recht dat de man de vader van het kind is; wettelijke grondslag ontbreekt
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder tot vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige [X], geboren in 2008. De moeder was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 8 februari 2010, waarin haar verzoeken tot vaststelling van het vaderschap en een verklaring voor recht dat de man de vader is, waren afgewezen. De bijzondere curator, M.N.G.N.H. Brech, heeft zich als belanghebbende aangemeld en een verweerschrift ingediend. De moeder verzocht het hof om de zaak op de stukken af te doen, wat door de bijzondere curator werd ondersteund.
Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank waren vastgesteld, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen was gericht. De moeder stelde dat de rechtbank ten onrechte het verzoek had afgewezen en dat het belang van de minderjarige niet in aanmerking was genomen. Dit belang zou zijn dat de minderjarige door middel van een verklaring voor recht bij de Turkse autoriteiten geregistreerd kan worden, wat hem een identiteitsdocument en reisdocumenten zou opleveren.
De bijzondere curator betwistte het beroep van de moeder en stelde dat de rechtsverhouding, dat de man de vader is van de minderjarige, al een vaststaand feit is. Het hof overwoog dat voor het verzoek om een verklaring voor recht te geven, inhoudende dat de man de vader is, een wettelijke grondslag ontbreekt. Het hof concludeerde dat de afwijzing van het verzoek door de rechtbank terecht was en bekrachtigde de bestreden beschikking. De uitspraak werd gedaan door de rechters A. Dusamos, M. Husson en J. Mink, bijgestaan door griffier mr. Van der Kamp.