ECLI:NL:GHSGR:2011:BP1505

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-006809-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Borgesius
  • M.A. van der Ham
  • G.J. Fleers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs in natuurbeschermingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 5 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Middelburg. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van EUR 5.000,-, waarvan EUR 2.500,- voorwaardelijk, in verband met het tenlastegelegde feit dat hij zonder vergunning handelingen had verricht in een beschermd natuurmonument, te weten 'De Kop van Schouwen'. De tenlastelegging betrof het plaatsen van containers op een perceel in Renesse, wat schadelijk zou zijn voor het natuurschoon en de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied.

Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een lagere geldboete had gevorderd. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verdachte niet in de positie verkeerde om te gedogen, zoals tenlastegelegd. Dit leidde tot de beslissing om de verdachte vrij te spreken van alle beschuldigingen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte niet bewezen achtte dat hij het tenlastegelegde feit had begaan.

De uitspraak van het hof is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep. De beslissing is genomen in het openbaar, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren. De vrijspraak is een belangrijke uitspraak in het kader van de Wet op de economische delicten en de Natuurbeschermingswet 1998, en benadrukt de noodzaak van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006809-08
Parketnummer: 12-994501-08
Datum uitspraak: 5 januari 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
economische kamer
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Middelburg van 28 november 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
[geboortedag] [geboortejaar],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 22 december 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van beroep dient te worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde dient te worden veroordeeld tot een geldboete van EUR 1.000,-, subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan EUR 500,- voorwaardelijk, subsidiair 10 dagen hechtenis met een proeftijd van 2 jaren.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van
EUR 5.000,-, subsidiair 50 dagen hechtenis, waarvan EUR 2.500,- voorwaardelijk, subsidiair 25 dagen hechtenis met een proeftijd van 2 jaren.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode oktober 2006 tot en met 4 december 2007 te Renesse, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met een ander althans alleen, al dan niet opzettelijk, op een perceel gelegen aan of nabij de [straat] (perceel sectie [X]) zonder vergunning van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland of, ten aanzien van handelingen als bedoeld in het zesde lid van artikel 16 van de Natuurbeschermingswet 1998, van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in een beschermd natuurmonument, te weten "De Kop van Schouwen" (telkens) handelingen heeft verricht en/of heeft doen verrichten en/of heeft gedoogd die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon en/of voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument en/of voor dieren of planten in het beschermde natuurmonument en/of die het beschermd natuurmonument ontsieren, aangezien verdachte toen aldaar een of meer container(s)/ had geplaatst en/of had doen laten plaatsen en/of die plaatsing en/of het (vervolgens) laten staan van die container(s) had gedoogd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is tenlastegelegd, met name het feit dat naar het oordeel van het hof de verdachte niet in de positie heeft verkeerd om - zoals tenlastegelegd - te gedogen. De verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J. Borgesius, mr. M.A. van der Ham en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier mr. M.Th.A. de Ridder.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 5 januari 2011.