ECLI:NL:GHSGR:2011:BP1573

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
17 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-000065-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de strafmaat en bijzondere voorwaarden bij geweldsdelicten tijdens oudejaarsnacht

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met zware mishandeling, belediging van ambtenaren en wederspannigheid, gepleegd tijdens de oudejaarsnacht van 2010. De verdachte heeft zich verzet tegen de aanhouding door politieambtenaren, waarbij hij geweld heeft gebruikt. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De bijzondere voorwaarden zijn onder andere dat de verdachte zich binnen 5 dagen na zijn vrijlating moet melden bij de Reclassering en zich moet houden aan de aanwijzingen van de Reclassering. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen. De verdachte heeft eerder geweldsdelicten gepleegd, maar heeft tijdens de zitting blijk gegeven van inzicht in zijn gedrag en bereidheid om de opgelegde voorwaarden na te leven. Het hof heeft de gevangenisstraf zwaarder opgelegd dan in eerste aanleg, gezien de ondermijnende impact van het gedrag van de verdachte op de openbare orde.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000065-11
Parketnummer: 09-925006-11
Datum uitspraak: 17 januari 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 3 januari 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 17 januari 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals in het vonnis waarvan beroep nader omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 01 januari 2011 te Wassenaar [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Vuile homo, kankerleier, als ik straks los ben sla ik je vol op je kankerbek!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 01 januari 2011 te Wassenaar [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Kankerhoer, als ik zo opsta sla ik je op je kin, kankerhoer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 01 januari 2011 te Wassenaar opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, immers was/waren hij/zij dienstdoend en/of in uniform gekleed in diens/dier tegenwoordigheid (meermalen) mondeling heeft toegevoegd de woorden "Kankermongool, tering mongool" en/of "Kankerhoer" en/of "Vuile homo" en/of "Kankerleier" en/of "Kankerhomo", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 01 januari 2011 te Wassenaar, toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, heeft verzet door
- te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of
- met zijn benen te schoppen en/of trappen en/of
- terwijl hij, verdachte, achter in de politieauto en met zijn armen en benen in de transportboeien zat, met zijn lichaam tegen het lichaam van politieambtemnaar [slachtoffer 4] te beuken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt, met name ten aanzien van het bewezenverklaarde.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 01 januari 2011 te Wassenaar [slachtoffer 1] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Vuile homo, kankerleier, als ik straks los ben sla ik je vol op je kankerbek!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op 01 januari 2011 te Wassenaar [slachtoffer 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Kankerhoer, als ik zo opsta sla ik je op je kin, kankerhoer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op 01 januari 2011 te Wassenaar opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, immers waren zij dienstdoend en in uniform gekleed in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden tegen [slachtoffer 3] "Kankermongool, tering mongool" en tegen [slachtoffer 2] "Kankerhoer" en tegen [slachtoffer 1] "Vuile homo" en "Kankerleier", althans in alle gevallen woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
4.
hij op 01 januari 2011 te Wassenaar, toen aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaren verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één op heterdaad ontdekt strafbaar feit hadden aangehouden en hadden vastgegrepen, teneinde verdachte over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door
- te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtenaren verdachte trachtten te geleiden.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde:
Bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan ambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Wederspannigheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich gedurende afgelopen oudejaarsnacht misdragen zoals bewezenverklaard en in de bewijsmiddelen vervat. Dergelijk gezag en openbare orde ondermijnend gedrag kan niet worden getolereerd, en kan in deze niet anders worden bestraft dan met oplegging van de na te melden gevangenisstraf, waaraan niet kan afdoen hetgeen de raadsman in dit verband heeft betoogd.
Uit het strafblad van verdachte d.d. 14 januari 2011 blijkt dat hij reeds eerder voor geweldsgerelateerde delicten is veroordeeld. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Daar staat tegenover dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep er blijk van heeft gegeven thans het verwerpelijke van zijn handelen in te zien en bereid is de ter terechtzitting besproken en hierna op te leggen bijzondere voorwaarden na te leven, zoals door de reclassering in de desbetreffende rapportage aangegeven. In dat kader zal een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd.
Teneinde de naleving van de op te leggen voorwaarden te waarborgen is het hof van oordeel dat het aan de verdachte voorwaardelijk op te leggen deel van de gevangenisstraf van langere duur dient te zijn dan in eerste aanleg is opgelegd.
Gelet daar op en nu het hier gaat om voornoemd ondermijnend gedrag komt het hof tot een hogere strafoplegging dan door de advocaat-generaal is gevorderd.
Het hof is - alles overwegende - mede gelet op de generale en speciale preventie van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur en met de na te noemen bijzondere voorwaarden een passende en geboden reactie vormt.
Voorlopige hechtenis
Het hof wijst het verzoek van de verdediging tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis af, nu de verdenking, de gronden en de bezwaren die hebben geleid tot de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig zijn, waarbij de omstandigheid van artikel 67a, derde lid van het Wetboek van Strafvordering zich thans niet voordoet.
Het hof wijst het verzoek van de verdediging tot schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis af, omdat het belang van strafvordering prevaleert boven het persoonlijke belang van de verdachte. Ook overigens acht het hof geen termen voor schorsing van de voorlopige hechtenis aanwezig.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 180, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) weken.
Bepaalt dat een op 6 (zes) weken bepaald gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de verdachte zich binnen 5 dagen na zijn vrijlating zal melden bij Reclassering Palier op het adres Johanna Westerdijkplein 109 te 's-Gravenhage en dat gedurende de proeftijd zo vaak zal blijven doen als Reclassering Palier dat nodig acht;
dat de verdachte zich in de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen die zullen worden gegeven door of namens Reclassering Palier, zolang deze instelling dit nodig oordeelt.
dat de verdachte in zijn huis (GBA-adres) zal verblijven tijdens de komende twee jaarwisselingen, te weten:
van 31 december 2011 te 12:00 uur tot 01 januari 2011 te 12:00 uur en
van 31 december 2012 te 12:00 uur tot 01 januari 2013 te 12:00 uur.
Verstrekt aan Reclassering Palier opdracht om aan de verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarden;
Wijst het verzoek tot opheffing c.q. schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte af.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar, mr. A.S.M. Horstink en mr. M.J.J. van den Honert, in bijzijn van de griffier mr. R. van den Bosch.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 17 januari 2011.