ECLI:NL:GHSGR:2011:BP3759
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G.P.A. Aler
- C.J. van der Wilt
- E.W. Koning
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 19 februari 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in Rwanda in 1972, heeft niet binnen de vereiste termijn van veertien dagen na het instellen van het hoger beroep een schriftuur met grieven ingediend. Ook heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof heeft ambtshalve geen redenen gezien voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de dagvaarding in hoger beroep nietig zou worden verklaard, omdat er geen afschrift van de dagvaarding was verzonden naar het adres dat door de verdachte in zijn eerste politieverhoor was opgegeven. Het hof oordeelde echter dat de dagvaarding in hoger beroep geldig was betekend en dat er geen noodzaak was om een afschrift naar het eerder opgegeven adres te sturen, aangezien dit adres niet het juiste adres was volgens de geldende wetgeving.
De beslissing van het hof, gewezen bij verstek, houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep. Dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het hof en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. E.W. Koning, die buiten staat was om het arrest te ondertekenen.