ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ2571
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- M. de Haan-Boerdijk
- J. van der Kuijl
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van een zorg- en opvoedingsregeling voor een minderjarige in het kader van echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 april 2011, gaat het om de vaststelling van een zorg- en opvoedingsregeling voor een 14-jarig kind in het kader van een echtscheiding. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Rotterdam aangevochten, waarin de zorgregeling was vastgesteld. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft incidenteel appel ingesteld en verzocht om een wijziging van de zorgregeling.
De rechtbank had bepaald dat de vader de minderjarige gemiddeld twee dagen per maand bij zich mocht hebben, zonder overnachting. De vader verzocht het hof om deze regeling te wijzigen naar een standaard weekendregeling, inclusief overnachtingen en een deel van de schoolvakanties. De moeder daarentegen verzocht het hof om de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, en om de bestaande regeling te handhaven.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 maart 2011 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, verschenen. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld, voor zover daar in hoger beroep geen grieven tegen zijn ingediend. Het hof heeft ook de wensen van de minderjarige in overweging genomen, gezien haar leeftijd en het feit dat zij in staat is om haar wensen kenbaar te maken.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de vader tot wijziging van de zorgregeling afgewezen. Het hof heeft geoordeeld dat de duur en frequentie van het contact tussen de vader en de minderjarige in onderling overleg moeten worden bepaald, met inachtneming van de wensen van de minderjarige. De moeder heeft haar incidenteel appel ingetrokken, wat heeft geleid tot de afwijzing van haar verzoeken. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 april 2011.