ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ2597

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003486-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage inzake gewapende overvallen op Aldi en La Place

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 27 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van meerdere gewapende overvallen op de Aldi en La Place in Rijswijk en Delft, gepleegd in de periode van juli tot september 2008. De verdachte heeft samen met medeverdachten verschillende overvallen gepleegd, waarbij geweld en bedreiging met vuurwapens zijn gebruikt. Tijdens de overval op 13 september 2008 op de Aldi in Rijswijk werd een geldbedrag van € 17.500,- en andere goederen weggenomen, terwijl medewerkers onder bedreiging werden gedwongen om mee te werken. De verdachte heeft ook verklaard dat hij betrokken was bij de overval op 8 juli 2008, waarbij een geldbedrag van € 24.800,- werd gestolen. Het hof heeft de verklaringen van medeverdachten en getuigen als bewijs gebruikt, en heeft vastgesteld dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor vermogensdelicten. Het hof heeft de straf bepaald op 9 jaren gevangenisstraf, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft ook beslissingen genomen over de inbeslaggenomen voorwerpen, waarbij sommige voorwerpen verbeurd zijn verklaard.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003486-09
Parketnummer: 09-758211-08
Datum uitspraak: 27 april 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 juni 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 8 en 15 april 2010 en 13 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 en onder 6 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 3, 4, 5 en onder 6 subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts zijn er beslissingen genomen omtrent het beslag als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven vrijspraak van feit 2.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 september 2008 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 18.000 euro, in elk geval een geldbedrag en/of drie, in elk geval een of meer, afroomkluisje(s) en/of drie, in elk geval een of meer, (blauwkleurige) kunststoftasje(s) voorzien van een slot en/of een of meer pak(jes) sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Aldi (vestiging Herenstraat te Rijswijk), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [medewerker B] en/of [medeverdachte 3] en/of [chauffeur A] en/of
[medewerker A] en/of [plaatsvervangend bedrijfsleider A], in elk geval tegen een of meer medewerker(s) van voornoemde Aldi, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- een bivakmuts over zijn/hun hoofd heeft/hebben getrokken en/of (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op [chauffeur A] heeft/hebben gericht en/of
- (vervolgens) voornoemde [chauffeur A] voornoemde Aldi heeft/hebben binnengeduwd en/of
- (vervolgens) die [chauffeur A] en/of [plaatsvervangend bedrijfsleider A] het toilet heeft/hebben ingeduwd, terwijl hij/zij voornoemd vuurwapen, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, al die tijd op het hoofd van die [chauffeur A] heeft/hebben
gericht(gehouden) en/of
- (vervolgens) tegen [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] heeft/hebben geschreeuwd (terwijl hij/zij een bivakmuts op had(den)): "Ga nu liggen of ik schiet" en/of
"Meewerken anders schiet ik je neer" , althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking, terwijl hij/zij een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het/de hoofd(en) van die [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] had(den) gericht(gehouden) en/of voornoemd vuurwapen tussen het/de hoofd(en) van die [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] op en neer had(den) bewogen en/of
- (vervolgens) die [medeverdachte 3] bij zijn schouder heeft/hebben beetgepakt en/of aan zijn overhemd omhoog heeft/hebben getrokken en/of
- (vervolgens) heeft/hebben gezegd tegen zijn/hun mededader(s),terwijl deze een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp vast hield(en)/had(den):
"Als je iemand ziet bewegen moet je schieten", althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] heeft/hebben gezegd: "Meelopen of ik schiet. Lopen, nu lopen" en/of "Jullie telefoons op de grond", althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) die [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] naar het halletje van de toilet(ten) heeft/hebben begeleid waar die [medeverdachte 3] en/of [medewerker A] op de grond moest(en) plaatsnemen/zitten en/of
- (vervolgens) die [medeverdachte 3] aan zijn schouder omhoog heeft/hebben getrokken en/of tegen die [medeverdachte 3] heeft/hebben gezegd: "Hou je hoofd naar beneden, mee komen" en/of "Je werkt nu mee en je zorgt ervoor dat de klanten uit de winkel gaan en dat je collega naar achteren komt. De deur op slot doet. Doe je dat niet dan schiet ik een van je collega's neer", althans woorden van soortgelijke aard of strekking, en/of (daarbij) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [medeverdachte 3] heeft/hebben geduwd/gedrukt en/of gehouden en/of
- (vervolgens) voornoemd vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in de rug van die [medewerker B] heeft/hebben geduwd en/of die [medewerker B] bij haar arm heeft/hebben vastgepakt en/of
- (vervolgens) die [medewerker B] heeft/hebben gefouilleerd en/of
- (vervolgens) die [medewerker B] en/of [medeverdachte 3] in het toilet heeft/hebben geduwd en/of
- (vervolgens) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, voor de (gesloten)deur van de/het toilet(ten) heeft/hebben gestaan (waarachter die
[medewerker B] en/of [medeverdachte 3] en/of [chauffeur A] en/of [medewerker A] en/of [plaatsvervangend bedrijfsleider A] zich bevonden) en/of
- (vervolgens) die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar de kluis heeft/hebben meegenomen en/of
- (vervolgens) tegen die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] heeft/hebben gezegd: "je liegt, ik ga schieten, doe open", althans woorden van soortgelijke dreigdende aard of strekking, terwijl hij/zij, een vuurwapen, althans een op een vuurwapengelijkend voorwerp, op die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] gericht heeft/hebben (gehouden);
3.
hij op of omstreeks 08 juli 2008 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Aldi ( vestiging Herenstraat te Rijswijk), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [filiaalleider A] en/of [medeverdachte 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [medeverdachte 3] een (harde) duw heeft/hebben gegeven en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de nek van die [filiaalleider A] heeft/hebben geduwd waardoor deze gewond is geraakt en/of
- (vervolgens) met die [filiaalleider A] naar het kantoor van voornoemde Aldi is/zijn gegaan, terwijl hij/zij voornoemd mes, althans scherp en/of puntig voorwerp, tegen de nek van die [filiaalleider A] heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [filiaalleider A] en/of [medeverdachte 3] heeft/hebben gezegd dat ze op hun knieen moesten gaan zitten met het hoofd naar de grond, althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) de polsen van die [filiaalleider A] en/of [medeverdachte 3] met tiewraps (voorlangs) heeft/hebben vastgebonden en/of
- (vervolgens) (meermalen) tegen die [filiaalleider A] en/of [medeverdachte 3] heeft/hebben gezegd dat ze op hun zij moesten gaan liggen met hun gezicht afgewend en/of
- (vervolgens) onder bedreiging van voornoemd mes, althans scherp en/of puntig voorwerp, die [filiaalleider A] heeft/hebben meegenomen naar de kluis en/of
- ( vervolgens) tegen die [filiaalleider A] en/of [medeverdachte 3] heeft/hebben gezegd: "Doe geen gekke dingen, wij weten jullie te vinden" en/of " Niet bewegen, anders maak ik jullie af", althans woorden van soortgelijke aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 29 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 4000 euro, in elk geval een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan La Place ( vestiging A13 Rijksweg), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [bedrijfsleider C] en/of [medewerker C], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- naar die [bedrijfsleider C] en/of [medewerker C] is/zijn gerend met een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn/hun hand en/of
- (vervolgens) die [bedrijfsleider C] en/of [medewerker C] heeft/hebben gedwongen, onder bedreiging van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar boven te lopen en/of de toegangsdeur te openen en/of
- ( vervolgens) gedurende de tijd dat het alarm uitgeschakeld moest worden, voornoemd pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [bedrijfsleider C] gericht heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [bedrijfsleider C] heeft/hebben gezegd, terwijl die [bedrijfsleider C] op zijn knieen op de grond zat dat hij de kluis moest openmaken en dat hij geen grappen moest maken anders ging er wat met hem gebeuren, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) die [bedrijfsleider C] en/of [medewerker C], onder bedreiging van voornoemd pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, naar de dameskleedkamer heeft/hebben gebracht en/of tegen die [bedrijfsleider C] en/of [medewerker C] heeft/hebben gezegd
dat hij/zij op de grond moest(en) liggen en/of zijn/hun telefoon moest(en) inleveren;
5.
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 2376 euro, in elk geval een geldbedrag en/of tien, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 10 euro en/of acht, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 15 euro en/of acht, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 30 euro en/of een portemonee met inhoud ( onder andere inhoudende een rijbewijs en/of meerdere bankpassen) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan La Place ( vestiging A13,Rijksweg) en/of [bedrijfsleider B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [bedrijfsleider B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met bivakmutsen op naar het kantoor van die [bedrijfsleider B] is/zijn gegaan en/of tegen die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd dat als hij niet meewerkte hij zou worden neergestoken, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) de handen en/of voet en/of mond van die [bedrijfsleider B] heeft/hebben (dicht)getaped en/of
- ( vervolgens) over die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd: "Steek hem maar neer", althans woorden van gelijke aard of strekking;
6.
hij op of omstreeks 07 september 2008 te Delft ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en/of geld van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan La Place (vestiging A13), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers(s) van voornoemde La Place, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- ( met een auto, te weten een Opel Astra Station) naar voornoemde La Place is/zijn gegaan waarbij op of aan voornoemde auto was/waren aangebracht, valse kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig afgegeven en/of
- met een tas, inhoudende twee, in elk geval een of meer, mes(sen), althans een scherp en/of puntig voorwerp, en/of een of meer vuilniszak(ken) en/of twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of twee, in elk geval een of meer bivakmuts(en),voornoemde La Place (vlak voor sluitingstijd) is/zijn binnengegaan en/of
- in voornoemde La Place naar boven naar de toiletten en/of (niet voor het publiektoegankelijke) vergaderza(a)l(en) is/zijn gelopen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 07 september 2008 te Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten een diefstal met geweld in vereniging, althans een met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
- een plattegrond en/of
- een personenauto (Opel Astra Station) en/of
- valse kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig afgegeven en/of
- een of meer vuilniszak(ken) en/of
- twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of
- twee, in elk geval een of meer mes(sen), althans een scherp en/of puntig voorwerp en/of
- twee, in elk geval een of meer bivakmuts(en)
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
Ter terechtzitting in hoger beroep gedaan verzoek
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 13 april 2011 het ter terechtzitting van 8 april 2010 gedane verzoek tot het horen van de getuige [medeverdachte 3] herhaald in de vorm van een voorwaardelijk verzoek, op gronden zoals verwoord in haar overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnotities.
Het hof wijst dit verzoek af op gronden zoals overwogen door dit hof op de terechtzitting van 15 april 2010 nu het hof het verzoek destijds op grond van het juiste criterium -te weten het noodzakelijkheidscriterium- heeft beoordeeld en geen feiten en omstandigheden zijn aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Door het hof op basis van de wettige bewijsmiddelen vastgestelde feiten en omstandigheden1
Ten aanzien van feit 3 (overval Aldi d.d. 8 juli 2008):
[filiaalleider A], filiaalleider bij de Aldi gevestigd aan de Herenstraat in Rijswijk, heeft verklaard dat hij op 8 juli 2008 omstreeks 07.00 uur samen met medewerker
[medeverdachte 3] bezig was voornoemde winkel te openen toen hij zag dat twee mannen op hen af kwamen lopen.2 [medeverdachte 3] kreeg van één van de mannen een harde duw.3 Vervolgens duwde één van de mannen een mes in de nek van [filiaalleider A]. De man zei tegen [filiaalleider A]: "Meelopen naar het kantoor". De man hield het mes constant in de nek van [filiaalleider A]. [filiaalleider A] is voor de man uit naar het kantoor gelopen en heeft het kantoor geopend. De man met het mes bleef achter [filiaalleider A] staan waarbij het mes tegen de nek van [filiaalleider A] werd gehouden. [filiaalleider A] zag dat [medeverdachte 3] met een man achter zich het kantoor in kwam. [filiaalleider A] moest op zijn knieën gaan zitten met zijn hoofd naar de grond. Vervolgens moesten de armen omhoog gedaan worden en werden de polsen voorlangs aan elkaar vastgebonden met tie-wraps. [filiaalleider A] kreeg te horen dat hij moest gaan liggen met zijn gezicht afgewend van de kluis. [filiaalleider A] werd vervolgens onder bedreiging van een mes meegenomen naar de kluis. Hij heeft de code van de elektronische kluis ingetoetst en daarop ging de kluis open. Hij hoorde dat er van alles uit de kluis werd gehaald. Eén van de overvallers zei: "doe geen gekke dingen, wij weten jullie te vinden" en "niet bewegen, anders maak ik jullie af".4
Bij de overval is een geldbedrag van € 24.800,- weggenomen.5
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat de verdachte vanaf juni 2008 regelmatig interesse toonde in zijn werk bij de Aldi aan de Herenstraat te Rijswijk. De verdachte vroeg hem allerlei dingen zoals hoeveel mensen er werkten bij de Aldi, hoeveel omzet er per dag was en waar de kluis stond. Gevraagd naar de reden van deze interesse zei de verdachte dat hij de Aldi wilde overvallen.
Op 7 juli 2008 heeft de verdachte [medeverdachte 3] gebeld met de vraag wie er op 8 juli 2008 bij de Aldi aan het werk zouden zijn. [medeverdachte 3] heeft de verdachte verteld dat er die dag twee mensen zouden werken en dat hij zelf om 07.00 uur zou beginnen.
Tijdens de overval van 8 juli 2008 herkende [medeverdachte 3] zonder twijfel de overvaller die voor hem liep als de verdachte. [medeverdachte 3] herkende hem aan zijn stem en zijn postuur.6
Ten aanzien van feit 1 (overval Aldi d.d. 13 september 2008):
[chauffeur A], werkzaam als chauffeur bij de Aldi, heeft verklaard dat hij op 13 september 2008 omstreeks 08.20 uur bezig was om goederen te lossen bij de Aldi gevestigd aan de Herenstraat in Rijswijk toen hij zag dat een man een bivakmuts over zijn hoofd deed en zijn richting op kwam. De man had een vuurwapen in zijn rechterhand, welk vuurwapen hij op [chauffeur A] richtte.7 [chauffeur A] werd de Aldi en vervolgens de daarbinnen gelegen toiletruimte ingeduwd, waarbij het vuurwapen al die tijd op zijn hoofd werd gericht.8
[plaatsvervangend bedrijfsleider A], plaatsvervangend bedrijfsleider bij de Aldi, heeft verklaard dat een paar stappen achter [chauffeur A] en de persoon met het vuurwapen een tweede persoon voorzien van een bivakmuts en een mes liep. [plaatsvervangend bedrijfsleider A] moest achter hen aan lopen en werd samen met [chauffeur A] opgesloten in het toilet. [plaatsvervangend bedrijfsleider A] hoorde de man met het pistool tegen de man met het mes zeggen: "hier blijven" en "als je iemand ziet bewegen moet je schieten".9
[medeverdachte 3] en [medewerker A], beiden medewerker bij de Aldi, werden eveneens door de mannen gedwongen plaats te nemen in het toilet. Voorafgaand daaraan moesten zij hun telefoons inleveren. De man met het vuurwapen zei: "jullie telefoons op de grond."10
[medewerker B], medewerker bij de Aldi, heeft verklaard dat zij zag en voelde dat zij door één van de overvallers bij haar bovenarm werd vastgepakt en dat haar een pistool in de rug werd geduwd. Ze werd gefouilleerd en vervolgens het toilet ingeduwd.11 De overvaller met het mes bleef voor de deur van het toilet staan. Toen door één van de overvallers werd gevraagd wie de chef was, is [plaatsvervangend bedrijfsleider A] met de overvallers meegelopen.
Onder bedreiging van een vuurwapen werd hij gedwongen de kluis te openen. Toen bleek dat een deel van de kluis niet kon worden geopend, zei de overvaller met het vuurwapen tegen hem: "je liegt, ik ga je schieten, doe open". Al die tijd had de man het vuurwapen op hem gericht.12
Bij de overval is een geldbedrag van € 17.500,- weggenomen.13 Voorts zijn drie afroomkluisjes en twee of drie blauwkleurige kunststoftasjes voorzien van een slot weggenomen.14
De verdachte heeft verklaard dat hij op 13 september 2008 samen met een ander de Aldi aan de Herenstraat te Rijswijk heeft overvallen. Hij had vóór de overval contact gehad met medeverdachte [medeverdachte 3], werkzaam bij de Aldi, die hem informatie had verstrekt over de medewerkers, de omzet en de locatie van de kluis. Tijdens de overval heeft de verdachte gebruik gemaakt van een vuurwapen. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij naast een geldbedrag ook een aantal sloffen sigaretten heeft weggenomen.15
Ten aanzien van feit 6 (voorbereiding overval La Place d.d. 7 september 2008):
[bedrijfsleider A], leidinggevende bij La Place gevestigd aan de Rijksweg A13 te Delft, heeft verklaard dat hij op
7 september 2008 omstreeks 21.00 uur - 21.10 uur twee mannen in de toiletruimte van restaurant La Place zag staan. [bedrijfsleider A] zag vóór hen een grote zwarte sporttas op de wasbak staan.16 [bedrijfsleider A] heeft hen verzocht het pand te verlaten omdat La Place gesloten was.17
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij, haar partner, zijnde de verdachte, en zijn vriend [medeverdachte 2], bijnaam [bijnaam], zijnde medeverdachte [medeverdachte 2], bij haar thuis een dolletje maakten over het feit dat zij een beroving zouden doen om aan geld te komen. [medeverdachte 1], die op dat moment werkzaam was bij de La Place vestiging aan de A13 te Delft, heeft daarbij tegen de verdachte en [medeverdachte 2] gezegd dat als zij La Place zouden beroven, het heel makkelijk zou zijn. [medeverdachte 1] heeft verteld dat de deuren niet afgesloten waren, waar de kluis stond en dat op zondag de opbrengst het grootst zou zijn omdat zij dan drie dagen omzet zouden kunnen pakken. De verdachte en [medeverdachte 2] vroegen [medeverdachte 1] goed op te letten wanneer de geldwagen kwam en welke personeelsleden op welke dagen werkten.
Op 7 september 2008 hoorde [medeverdachte 1] van de verdachte en [medeverdachte 2] dat de overval die avond plaats zou vinden. [medeverdachte 1] heeft hen verteld welke route in La Place het best kon worden gelopen, waar de auto het best kon worden geparkeerd en welke personeelsleden die avond La Place zouden afsluiten. [medeverdachte 1] zag dat de verdachte en [medeverdachte 2] een grote donkerblauwe of zwartkleurige sporttas inpakten. Naast twee messen stopten zij in de tas een aantal vuilniszakken en twee paar stoffen handschoenen. Op hun hoofd droegen zij allebei een bivakmuts. De verdachte en [medeverdachte 2] vertrokken met de auto van de vader van de verdachte, een grijze Opel Astra station. De verdachte heeft vervolgens [medeverdachte 1] gebeld met de mededeling dat hij autopech had. De moeder van [medeverdachte 1], [getuige 1], is daarop met startkabels naar La Place gereden.18 [getuige 1] heeft daarover verklaard dat zij naar La Place is gereden en daar de verdachte en [medeverdachte 2] met autopech aantrof.19
Later die avond hoorde [medeverdachte 1] van de verdachte en [medeverdachte 2] dat zij met de tas met overvalspullen La Place binnen waren gelopen en [bedrijfsleider A] tegenkwamen. [bedrijfsleider A] had hen naar buiten gestuurd en gezegd dat het sluitingstijd was. Omdat de zaak nog open was, hadden de verdachte en [medeverdachte 2] van de overval afgezien.20
[getuige 1] heeft bij het tonen van de bewakingsbeelden van La Place van 7 september 2008 de personen die met een donkerkleurige tas La Place binnenlopen herkend als de verdachte en [medeverdachte 2]. Zij herkende hen aan hun gezicht, bouw en kleding. [getuige 1] heeft verklaard dat beiden dezelfde kleding aan hadden als toen zij hen eerder die avond met startkabels had geholpen.21
Ten aanzien van feit 5 (overval La Place d.d. 8 september 2008):
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij de verdachte op 7 september 2008 tegen medeverdachte [medeverdachte 2] hoorde zeggen dat hij niet te veel moest drinken omdat de volgende morgen een nieuwe poging tot het plegen van een overval zou worden gedaan. [medeverdachte 1] heeft voorts verklaard dat zij op de betreffende dag, 8 september 2008, 's ochtends moest werken en dat de verdachte die ochtend tegen haar zei dat zij wel zou zien hoe laat ze bij La Place zouden verschijnen om de overval nu wèl te doen slagen. Zij had de verdachte en [medeverdachte 2] tevoren verteld dat de geldwagen doorgaans tussen 11.00 en 13.00 uur kwam om het geld op te halen.22 [medeverdachte 1] had met de verdachte en [medeverdachte 2] afgesproken dat zij bedrijfsleider [bedrijfsleider B] naar de kantoorruimte zou lokken door hem een receptuur te vragen, zodat de verdachte en [medeverdachte 2] hem aldaar konden dwingen om de kluis open te maken. Rond 08.30 uur zag [medeverdachte 1] de verdachte en [medeverdachte 2] door de hoofdingang binnen komen. Ze liepen naar boven via de trap die zij hen eerder had gewezen. [medeverdachte 1] werd vervolgens gebeld door de verdachte. Hij vertelde haar dat hij boven was met [medeverdachte 2] en dat zij de bedrijfsleider naar de receptuur moest vragen. [medeverdachte 1] heeft dit gedaan en zag [bedrijfsleider B] daarop naar boven lopen. [medeverdachte 1] heeft vervolgens direct de verdachte gebeld en zijn telefoon één keer over laten gaan, zodat hij zou weten dat [bedrijfsleider B] er aan kwam.
Toen [medeverdachte 1] na haar werk thuis kwam, waren de verdachte en [medeverdachte 2] in haar woning aanwezig. Er lag veel papiergeld op de salontafel en er lag muntgeld op de grond. De verdachte en [medeverdachte 2] vertelden [medeverdachte 1] dat alles was verlopen volgens het plan dat zij vooraf met zijn drieën hadden gemaakt. De verdachte en [medeverdachte 2] waren met de buit en de rugtas van [bedrijfsleider B] gevlucht via de nooduitgang. Vervolgens waren zij met de auto, een Daihatsu Move, weggereden.23
[bedrijfsleider B], leidinggevende bij La Place gevestigd aan de Rijksweg A13 te Delft, heeft verklaard dat hij op 8 september 200824 rond 09.00 uur in zijn kantoor was om op verzoek van een collega een recept uit te printen. Op dat moment kwam een man met een bivakmuts op zijn kantoor binnen. Meteen achter hem kwam een tweede man met een bivakmuts op binnen. [bedrijfsleider B] voelde een hand op zijn schouder en hoorde dat één van de mannen vroeg waar de kluissleutel was. [bedrijfsleider B] heeft de kluissleutel gepakt en de kluis middels de sleutel en een code geopend. De man zei dat als [bedrijfsleider B] niet meewerkte, hij zou worden neergestoken. Na het openen van de kluis moest [bedrijfsleider B] op de grond gaan liggen en werd hij aan handen en voeten getapet. Op het moment dat [bedrijfsleider B] aangaf dat de mannen een tweede kluis niet konden openen, hoorde hij één van de mannen zeggen: "steek hem maar neer". Ook werd zijn mond dichtgetapet. Vlak voordat de mannen vertrokken hoorde [bedrijfsleider B] het geluid van latex handschoenen die werden uitgetrokken.25
In totaal is een bedrag van 2.115 euro weggenomen.26
Uit de bijlage gestolen goederen behorende bij het proces-verbaal van aangifte van [bedrijfsleider B] blijkt dat onder meer een portemonnee met inhoud, een rijbewijs, meerdere bankpassen en een zwarte rugzak toebehorende aan [bedrijfsleider B] zijn weggenomen.27
Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt dat op de videobeelden van de bewakingscamera van de Burger King van 8 september 2008 is te zien dat omstreeks 08.48 uur een donkerkleurige personenauto, vermoedelijk een Daihatsu Move, de inrit van de drive-in oprijdt. De auto wordt geparkeerd en er stappen twee personen uit. De mannen lopen in de richting van restaurant La Place. Omstreeks 09.11 uur is te zien dat de mannen, komende vanaf de trap aan de achterzijde van La Place, naar hun geparkeerde auto lopen. Het valt op dat één van de mannen een zwarte muts op heeft, vermoedelijk een bivakmuts. Tevens valt op dat deze man witte handschoenen en een zwarte tas of zak draagt. De andere man heeft een donkere rugzak of tas op de rug.
De plek waar de personenauto heeft gestaan is vervolgens onderzocht, waarbij aan de rand van het trottoir een wit vingerdeel van een latex handschoen werd aangetroffen.28
Het betreffende vingerdeel van een latex handschoen is tijdens het forensisch technisch onderzoek d.d.
8 september 2008 veiliggesteld onder zegelnummer CNA458.29 Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt dat het op dit deel van de handschoen aangetroffen DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van de verdachte, hetgeen betekent dat het celmateriaal van de latex handschoen afkomstig kan zijn van de verdachte. De berekende frequentie van het DNA-profiel van het celmateriaal is kleiner dan één op één miljard, ofwel de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.30
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 13 april 2011 verklaard dat hij destijds in het bezit was van een zwarte Daihatsu Move.
Ten aanzien van feit 4 (overval La Place d.d.
29 september 2008):
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de verdachte in de ochtend van 29 september 2008 tegen haar heeft gezegd dat zij erop kon rekenen dat hij en [medeverdachte 2] die dag weer bij haar werk langs zouden komen. Zij wist op dat moment dat er die dag weer een overval gepleegd zou worden. De verdachte heeft aan [medeverdachte 1] gevraagd hoeveel mensen er die dag bij La Place zouden werken. Op het station heeft [medeverdachte 1] de verdachte via een sms-bericht laten weten dat er die dag vier mensen zouden werken. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de verdachte haar na de overval vertelde dat hij geschrokken was dat hij maar twee man had gezien bij de brandtrap, omdat hij vier man had verwacht zoals hem was ge-sms't, dat [medewerker C] de dameskleedkamer in was gegooid en dat [bedrijfsleider C] gedwongen was mee naar beneden te lopen om het alarm uit te schakelen. [medeverdachte 1] heeft voorts verklaard dat de verdachte die ochtend in de grijze Opel stationwagen van zijn vader reed.31
[medewerker C], medewerker bij La Place gevestigd aan de Rijksweg A13 te Delft, heeft verklaard dat hij bij aankomst op zijn werk op 29 september 2008 omstreeks 07.10 uur zag dat er twee mannen uit een grijze stationwagen die bij de nabijgelegen Burger King stond stapten.32 De mannen kwamen rennend op [medewerker C] en diens collega [bedrijfsleider C] af. Eén van de mannen had een pistool in zijn hand.33 [bedrijfsleider C], leidinggevende bij La Place, heeft verklaard dat hij samen met [medewerker C] onder bedreiging van het vuurwapen naar boven moest lopen en de toegangsdeur moest openmaken. Eén van de mannen vroeg waar het alarm was. [bedrijfsleider C] werd gesommeerd het alarm uit te schakelen. Steeds liep de man, met het vuurwapen op hem gericht, achter [bedrijfsleider C]. De man met het vuurwapen zei "pak de sleutel van de kluis", terwijl hij het vuurwapen nog steeds op [bedrijfsleider C] had gericht. Toen de kluis niet openging zei de man met het vuurwapen "maak geen grappen met mij anders gaat er wat met je gebeuren". Uiteindelijk lukte het [bedrijfsleider C] om de code in te tikken, de sleutel van de kluis om te draaien en de kluis te openen. Al die tijd zat [bedrijfsleider C] op zijn knieën. Vervolgens moest [bedrijfsleider C] naar de dameskleedkamer, waar hij op de grond moest gaan liggen.34 In deze kleedkamer lag [medewerker C] al op de grond. Beide medewerkers moesten hun telefoon inleveren.35 [bedrijfsleider C] moest van de man met het vuurwapen op zijn buik gaan liggen.36
In totaal is een bedrag van 4.585,95 euro weggenomen.37
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 3, 4, 5 en 6 subsidiair zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep erkend de aan hem onder 1 tenlastegelegde overval te hebben gepleegd. De verdachte heeft ontkend de overige aan hem tenlastegelegde feiten te hebben gepleegd.
De raadsvrouw van de verdachte heeft verweer gevoerd overeenkomstig haar overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnotities. De raadsvrouw heeft vrijspraak van het onder 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde bepleit. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat -kort gezegd- de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 3] niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd omdat deze als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt, dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] niet als valide bewijsmiddelen kunnen worden beschouwd omdat dit zogeheten de auditu-verklaringen zijn en [medeverdachte 1] bovendien wrok koestert jegens de verdachte, alsook dat de verdachte niet te herkennen is op de zich in het dossier bevindende camerabeelden nu op die beelden geen specifieke kenmerken van de verdachte te zien zijn.
Het oordeel van het hof
Met de advocaat-generaal en de verdediging is het hof van oordeel dat de onder 6 primair tenlastegelegde handelingen niet kunnen worden aangemerkt als een poging tot diefstal met geweldpleging. Nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen hetgeen aan de verdachte onder 6 primair is tenlastegelegd, behoort de verdachte daarvan te worden vrijgesproken.
Anders dan de verdediging acht het hof op grond van genoemde feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3, 4, 5 en 6 subsidiair is tenlastegelegd. Het hof verwerpt de verweren van de raadsvrouw en overweegt daartoe als volgt.
Het hof acht de voor het bewijs van feit 3 gebezigde verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] betreffende de betrokkenheid van de verdachte bij dit feit geloofwaardig. Het hof overweegt daartoe dat de verklaringen die [medeverdachte 3] heeft afgelegd nadat hij opening van zaken heeft gegeven over het geheel genomen consistent zijn en op essentiële punten worden ondersteund door de overige bewijsmiddelen, met name ook door de bekennende verklaring van de verdachte ten aanzien van feit 1. Het hof stelt bovendien vast dat [medeverdachte 3] zijn eigen aandeel met betrekking tot de feiten geenszins verhult. Dat zijn verklaringen niet op alle onderdelen consistent zijn maakt dat niet anders. Evenmin doet daaraan af dat uit het zich in het dossier bevindende overzicht van belcontacten niet valt af te leiden dat de verdachte en [medeverdachte 3] telefonisch contact hebben gehad op de avond voor de onder 3 tenlastegelegde overval, zoals [medeverdachte 3] heeft verklaard, nu immers het desbetreffende overzicht betrekking heeft op één telefoonnummer van de verdachte en één telefoonnummer van [medeverdachte 3] terwijl beide verdachten tegenover de politie verklaard hebben gebruik te maken van twee of meer telefoonnummers.38
Met betrekking tot de onder 1 tenlastegelegde bedreigingen van medeverdachte [medeverdachte 3] is het hof met de rechtbank van oordeel dat, voor zover deze door de andere aanwezigen niet zijn gehoord of gezien, deze niet bewezen kunnen worden verklaard omdat [medeverdachte 3] betrokken is geweest bij het plegen van de overval van 13 september 2008 en hij zich derhalve niet daadwerkelijk bedreigd kan hebben gevoeld. De bedreigingen die wel zijn gehoord of gezien door de andere aanwezigen kunnen wel bewezen worden verklaard, nu deze ook voor de anderen bedreigend zijn geweest.
Het hof acht de voor het bewijs van de feiten 4, 5 en 6 gebezigde verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] valide nu deze verklaringen -die zeer gedetailleerd zijn- worden ondersteund door de overige gebezigde bewijsmiddelen en de door de verdediging opgeworpen stelling dat [medeverdachte 1] wrok koestert jegens de verdachte niet is onderbouwd noch geloofwaardig is.
Met betrekking tot de voor het bewijs van feit 6 gebezigde herkenning door [getuige 1] overweegt het hof dat de camerabeelden -die door het hof zijn bekeken- weliswaar niet scherp zijn, doch dat het geenszins onbegrijpelijk is dat [getuige 1] de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] heeft herkend zoals verwoord in het proces-verbaal van verhoor getuige (p. 32 van het zaaksdossier), mede gelet op het feit dat zij de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2], de partner respectievelijk een vriend van haar dochter, diezelfde avond met dezelfde kleding aan had gezien.
Bewezenverklaring
Het hof acht op grond van genoemde feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4, 5 en 6 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 13 september 2008 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en drie afroomkluisjes en (blauwkleurige) kunststoftasjes voorzien van een slot en pakjes sigaretten toebehorende aan supermarkt Aldi (vestiging Herenstraat te Rijswijk), welke diefstal werd voorafgegaan door en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [medewerker B] en [medeverdachte 3] en [chauffeur A] en [medewerker A] en [plaatsvervangend bedrijfsleider A], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader:
- een bivakmuts over zijn/hun hoofd heeft/hebben getrokken en (vervolgens) een vuurwapen op [chauffeur A] heeft/hebben gericht en
- vervolgens voornoemde [chauffeur A] voornoemde Aldi heeft/hebben binnengeduwd en
- vervolgens die [chauffeur A] en [plaatsvervangend bedrijfsleider A] het toilet heeft/hebben ingeduwd, terwijl hij/zij voornoemd vuurwapen al die tijd op het hoofd van die [chauffeur A] heeft/hebben gericht gehouden en
- heeft/hebben gezegd tegen zijn mededader, terwijl deze een mes had: "Als je iemand ziet bewegen moet je schieten" en
- vervolgens tegen die [medeverdachte 3] en [medewerker A] heeft/hebben gezegd: "Jullie telefoons op de grond" en
- die [medeverdachte 3] en [medewerker A] naar het toilet heeft/hebben begeleid waar die [medeverdachte 3] en [medewerker A] moesten plaatsnemen en
- vervolgens voornoemd vuurwapen in de rug van die [medewerker B] heeft/hebben geduwd en die [medewerker B] bij haar arm heeft/hebben vastgepakt en
- vervolgens die [medewerker B] heeft/hebben gefouilleerd en
- vervolgens die [medewerker B] en [medeverdachte 3] in het toilet heeft/hebben geduwd en
- (vervolgens) met een mes voor de (gesloten) deur van het toilet heeft/hebben gestaan (waarachter die
[medewerker B] en [medeverdachte 3] en [chauffeur A] en [medewerker A] en [plaatsvervangend bedrijfsleider A] zich bevonden) en
- vervolgens die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] met een vuurwapen naar de kluis heeft/hebben meegenomen en
- vervolgens tegen die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] heeft/hebben gezegd: "je liegt, ik ga schieten, doe open" terwijl hij/zij, een vuurwapen op die [plaatsvervangend bedrijfsleider A] gericht heeft/hebben gehouden;
3.
hij op 08 juli 2008 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan supermarkt Aldi (vestiging Herenstraat te Rijswijk), welke diefstal werd voorafgegaan door en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [filiaalleider A] en [medeverdachte 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader:
- die [medeverdachte 3] een harde duw heeft/hebben gegeven en
- vervolgens een mes in de nek van die [filiaalleider A] heeft/hebben geduwd en
- vervolgens met die [filiaalleider A] naar het kantoor van voornoemde Aldi is/zijn gegaan, terwijl hij/zij voornoemd mes tegen de nek van die [filiaalleider A] heeft/hebben gehouden en
- vervolgens tegen die [filiaalleider A] heeft/hebben gezegd dat hij op zijn knieën moest gaan zitten met het hoofd naar de grond en
- vervolgens de polsen van die [filiaalleider A] met tiewraps voorlangs heeft/hebben vastgebonden en
- vervolgens tegen die [filiaalleider A] heeft/hebben gezegd dat hij op zijn zij moest gaan liggen met zijn gezicht afgewend en
- vervolgens onder bedreiging van voornoemd mes die [filiaalleider A] heeft/hebben meegenomen naar de kluis en
- (vervolgens) tegen die [filiaalleider A] en [medeverdachte 3] heeft/hebben gezegd: "Doe geen gekke dingen, wij weten jullie te vinden" en " Niet bewegen, anders maak ik jullie af";
4.
hij op 29 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan La Place (vestiging A13 Rijksweg), welke diefstal werd voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [bedrijfsleider C] en [medewerker C], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- naar die [bedrijfsleider C] en [medewerker C] is/zijn gerend met een pistool in zijn/hun hand en
- vervolgens die [bedrijfsleider C] en [medewerker C] heeft/hebben gedwongen, onder bedreiging van een pistool naar boven te lopen en de toegangsdeur te openen en
- vervolgens gedurende de tijd dat het alarm uitgeschakeld moest worden, voornoemd pistool op die [bedrijfsleider C] gericht heeft/hebben gehouden en
- vervolgens tegen die [bedrijfsleider C] heeft/hebben gezegd, terwijl die [bedrijfsleider C] op zijn knieën op de grond zat, dat hij de kluis moest openmaken en dat hij geen grappen moest maken anders ging er wat met hem gebeuren en
- vervolgens die [bedrijfsleider C], onder bedreiging van voornoemd pistool naar de dameskleedkamer heeft/hebben gebracht en tegen die [bedrijfsleider C] en [medewerker C] heeft/hebben gezegd dat zij op de grond moesten liggen en hun telefoon moesten inleveren;
5.
hij op 08 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2.115 euro en een portemonnee met inhoud (onder andere inhoudende een rijbewijs en meerdere bankpassen) toebehorende aan La Place (vestiging A13, Rijksweg) en/of [bedrijfsleider B], welke diefstal werd voorafgegaan door en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [bedrijfsleider B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met bivakmutsen op naar het kantoor van die [bedrijfsleider B] is/zijn gegaan en tegen die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd dat als hij niet meewerkte hij zou worden neergestoken en
- vervolgens tegen die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen en
- vervolgens de handen en voeten en mond van die [bedrijfsleider B] heeft/hebben (dicht)getaped en
- vervolgens over die [bedrijfsleider B] heeft/hebben gezegd: "Steek hem maar neer";
6. Subsidiair
hij op 07 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het met anderen te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten een diefstal met geweld in vereniging, opzettelijk
- vuilniszakken en
- twee paar stoffen handschoenen en
- twee messen en
- twee bivakmutsen
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1, 3 en 5 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan door en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 6 subsidiair bewezenverklaarde:
Voorbereiding van diefstal, voorafgegaan door of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan alsook op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen binnen een periode van drie maanden schuldig gemaakt aan zowel voorbereiding van een gewapende overval op een restaurant als twee voltooide gewapende overvallen op dat restaurant en twee gewapende overvallen op een supermarkt, een en ander op de wijze zoals bewezen is verklaard. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan. Een overval is een zeer ernstig feit dat gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers en in de maatschappij in het algemeen veroorzaakt. Slachtoffers lijden veelal geruime tijd onder de psychische gevolgen van een dergelijke ingrijpende gebeurtenis. Daarnaast brengen dergelijke misdrijven financiële schade voor de benadeelden met zich mee.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 30 maart 2011 is de verdachte eerder
onherroepelijk veroordeeld voor het plegen van vermogensdelicten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof heeft bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte en acht geslagen op de in vergelijkbare gevallen opgelegde straffen.
Alles overwegende en mede gelet op de generale en speciale preventie, is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 jaren een passende en geboden reactie vormt.
Het hof heeft evenwel ambtshalve geconstateerd dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, nu het dossier niet binnen 6 maanden, maar na bijna 7 maanden, na het instellen van het hoger beroep d.d. 23 juni 2009 ter griffie van het hof is binnengekomen en de zaak voorts niet binnen 16 maanden, maar na ruim 22 maanden, is afgedaan. Het hof zal de overschrijding van de bedoelde termijn verdisconteren in de strafmaat en de op te leggen gevangenisstraf met 1 jaar bekorten.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder 1, 2 en 3 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, dat de voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18 en 20 van de beslaglijst dienen te worden verbeurdverklaard, dat de voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder 8 en 19 van de beslaglijst dienen te worden onttrokken aan het verkeer en dat de voorwerpen zoals deze vermeld zijn onder 12 en 13 van de beslaglijst dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zoals deze vermeld zijn op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen zal het hof als volgt beslissen.
Ten aanzien van de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 vermelde voorwerpen zal het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten nu niet kan worden vastgesteld aan wie deze voorwerpen toebehoren.
Het onder 19 vermelde vuurwapen, met behulp waarvan het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 28 en 29 mei 2009 is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Ten aanzien van de onder 20 vermelde personenauto, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zal het hof de verbeurdverklaring gelasten, nu dit een voorwerp is met behulp waarvan het onder 5 bewezenverklaarde feit is begaan. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij]
In strafdossier bevindt zich een vordering van [benadeelde partij] tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van de aan de verdachte onder 4 en 5 tenlastegelegde feiten.
Omdat deze vordering blijkens het voegingsformulier d.d.
5 maart 2009 uitsluitend betrekking heeft op de strafzaak tegen een medeverdachte, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 36b, 36c, 46, 57, 62, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep -voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen- en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 6 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4, 5 en 6 subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) jaren.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de voorwerpen zoals deze vermeld zijn op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18.
Verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst onder 19 vermelde voorwerp.
Verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 20 vermelde voorwerp.
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit arrest is gewezen door mr. L.F. Gerretsen-Visser,
mr. D. Jalink en mr. I.P.A. van Engelen, in bijzijn van de griffier mr. H. Biemond.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 27 april 2011.
Mr. I.P.A. van Engelen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld een als bijlage bij het proces-verbaal van de politie Haaglanden/Holland Midden, nr. PL1506/2008/22826, gevoegd ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Verklaringen zijn zakelijk weergegeven.
2 Dossier Branche I, zaak Aldi Rijswijk 8 juli 2008, proces-verbaal van verhoor aangever [filiaalleider A], p. 35.
3 Dossier Branche I, zaak Aldi Rijswijk 8 juli 2008, proces-verbaal van verhoor aangever [filiaalleider A], p. 35, en proces-verbaal van aangifte [medeverdachte 3], p. 40.
4 Dossier Branche I, zaak Aldi Rijswijk 8 juli 2008, proces-verbaal van verhoor aangever [filiaalleider A], p. 35-36.
5 Dossier Branche I, zaak Aldi Rijswijk 8 juli 2008, proces-verbaal van bevindingen, p. 136.
6 Dossier Branche I, zaak Aldi Rijswijk 8 juli 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3], p. 428; Proces-verbaal van verhoor getuige door de rechter-commissaris in de rechtbank 's-Gravenhage, d.d. 13 mei 2009.
7 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [chauffeur A], p. 263.
8 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [chauffeur A], p. 263, en proces-verbaal van verhoor getuige [plaatsvervangend bedrijfsleider A], p. 276.
9 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [plaatsvervangend bedrijfsleider A], p. 276.
10 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [medewerker A], p. 272.
11 Dossier Branche I, Deel 1, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van aangifte [medewerker B], p. 43.
12 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [plaatsvervangend bedrijfsleider A], p. 276.
13 Dossier Branche I, Deel 1, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van bevindingen, p. 104.
14 Dossier Branche I, Deel 1, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van bevindingen, p. 101.
15 Dossier Branche I, Deel 2, zaak Aldi Rijswijk 13 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 684 e.v.
16 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [bedrijfsleider A], p. 18-19.
17 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [bedrijfsleider A], p. 26.
18 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 225-226.
19 Dossier Branche 1, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige 1], p. 289-290.
20 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 226.
21 Dossier Branche 1, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p. 32.
22 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 273.
23 Dossier Branche I, verdachtendossier [medeverdachte 1] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 37-39.
24 In het proces-verbaal wordt gesproken over 7 september 2008, het hof gaat er evenwel van uit dat dit een kennelijke verschrijving is en leest 8 september 2008.
25 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [bedrijfsleider B], p. 19-20.
26 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van bevindingen (met bijlage), p. 182-183.
27 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, bijlage gestolen goederen, p. 24-25.
28 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van bevindingen, p. 28-29.
29 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal forensisch technisch onderzoek, p. 33-35.
30 Deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, d.d. 19 maart 2009, nr. 2008.12.22.071, opgemaakt en ondertekend door de deskundige T.J.P. de Blaeij, zijnde een geschrift.
31 Dossier Branche I, verdachtendossier [medeverdachte 1] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1], p. 39-40.
32 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [medewerker C], p. 21.
33 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [medewerker C], p. 21, en proces-verbaal van aangifte [bedrijfsleider C], p. 26.
34 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [bedrijfsleider C], p. 27.
35 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [medewerker C], p. 21, en proces-verbaal van aangifte [bedrijfsleider C], p. 27.
36 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [bedrijfsleider C], p. 27.
37 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van bevindingen (met bijlage), p. 182-183.
38 Dossier Branche I, verdachtendossier [verdachte] 02-09-1986, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], p. 24; Dossier Branche I, verdachtendossier [medeverdachte 3] 10-03-1985, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3], p. 32.