ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ3286
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Kamminga
- A. van Nievelt
- J. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot meerderjarigverklaring van een minderjarige moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een minderjarige moeder, hierna te noemen [appellant], tot haar meerderjarigverklaring. [Appellant], geboren in 1994, is de moeder van [X], geboren in 2009. Het verzoek tot meerderjarigverklaring was eerder door de rechtbank 's-Gravenhage afgewezen in een beschikking van 2 september 2010. De rechtbank oordeelde dat [appellant] niet over een voldoende mate van rijpheid beschikte om de verantwoordelijkheid van het gezag over haar dochter op zich te nemen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2011 waren verschillende partijen aanwezig, waaronder [appellant] en haar advocaat, de raad voor de kinderbescherming, en vertegenwoordigers van Jeugdzorg. De raad verklaarde ter zitting geen bezwaren meer te hebben tegen de toewijzing van de meerderjarigheidsverklaring, terwijl Jeugdzorg aangaf dat [appellant] in haar rol als moeder was gegroeid, maar dat het belangrijk was dat zij bleef werken aan haar voorgeschiedenis.
Het hof heeft de argumenten van [appellant] overwogen, waaronder haar stelling dat de door de raad opgeworpen belemmeringen niet meer aanwezig zijn. Het hof concludeerde echter dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die een andere beslissing rechtvaardigen. Het hof oordeelde dat [appellant] goed in staat is om de praktische zorg voor haar dochter te vervullen, maar dat het in het belang van zowel [appellant] als [X] niet wenselijk is om [appellant] thans meerderjarig te verklaren. Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van [appellant] af.