ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ8253
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- J.C.N.B. Kaal
- H.C. Grootveld
- Rechtspraak.nl
Erfdienstbaarheid van weg, geen grond voor opheffing of wijziging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen over de erfdienstbaarheid van weg. De appellanten, eigenaren van een perceel, hebben sinds 1977 hun perceel in eigendom en wonen daar sinds 1992. De geïntimeerde, eigenaar van een naastgelegen perceel, maakt gebruik van een erfdienstbaarheid die in 1976 is gevestigd ten gunste van zijn perceel. De appellanten vorderen de opheffing van deze erfdienstbaarheid, stellende dat de geïntimeerde geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening ervan, nu er nieuwe ontsluitingsmogelijkheden zouden zijn ontstaan door de herinrichting van de polder.
Het hof heeft de feiten zoals weergegeven in het bestreden vonnis van de rechtbank Dordrecht overgenomen. De rechtbank had eerder de vorderingen van de appellanten afgewezen, onder andere omdat de erfdienstbaarheid zoals vastgelegd in de akte van 1976 nog steeds van kracht is en de geïntimeerde een redelijk belang heeft bij het gebruik ervan. Het hof heeft de argumenten van de appellanten, die zich beroepen op gewijzigde omstandigheden, niet overtuigend geacht. De herinrichting van de polder en de alternatieve ontsluitingsmogelijkheden zijn niet voldoende om de opheffing of wijziging van de erfdienstbaarheid te rechtvaardigen. Het hof concludeert dat de situatie voor de appellanten niet is veranderd en dat de erfdienstbaarheid in stand moet blijven.
Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis bekrachtigd en de vorderingen van de appellanten afgewezen. De proceskosten zijn aan de zijde van de geïntimeerde toegewezen.