ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ8448
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- J. Kamminga
- M. Punselie
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een beschikking inzake kinderalimentatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van een beschikking inzake kinderalimentatie. De vader is op 23 maart 2011 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 24 december 2010, waarbij hij werd verplicht om een kinderalimentatie van € 1.066,-- per maand te betalen. De vader heeft tevens verzocht om schorsing van de uitvoerbaarverklaring van deze beschikking, omdat hij meent dat de tenuitvoerlegging misbruik van de executiebevoegdheid van de moeder zou opleveren. Hij stelt dat hij een bedrag van € 35.000,-- aan achterstallige kinderalimentatie verschuldigd is, en dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met zijn verweer en de financiële situatie van de moeder.
De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen het schorsingsverzoek en heeft aangegeven dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een maandelijkse betaling van € 250,-- gedurende de procedure. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder instemt met het verzoek van de vader tot schorsing van de uitvoerbaarverklaring, gezien de onderlinge afspraken. Het hof heeft vervolgens het verzoek van de vader toegewezen en de werking van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de bestreden beschikking geschorst, met uitzondering van de beslissing omtrent de kinderalimentatie.
De inhoudelijke behandeling van het hoger beroep zal op een later moment plaatsvinden, waarvoor partijen nog een oproep zullen ontvangen. Deze beschikking is gegeven door de rechters A. van den Wildenberg, J. Kamminga en M. Punselie, bijgestaan door griffier M. Wittich-de Ridder.