ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ8774
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens te late betaling griffierecht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, wonende te Leiden en vertegenwoordigd door advocaat mr. W.G.H. Janssen, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank 's-Gravenhage van 19 januari 2011. De geïntimeerde, wonende te Nieuw Vennep en vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H. Kelderhuis, was ook opgeroepen om te verschijnen. De zaak werd op 22 maart 2011 voor het eerst uitgeroepen, maar de appellant heeft verzuimd om tijdig het griffierecht te betalen. Volgens de Wet griffierechten burgerlijke zaken diende de betaling binnen vier weken na de eerste roldag, dus uiterlijk op 19 april 2011, te zijn bijgeschreven op de rekening van het hof. De betaling kwam echter pas op 26 april 2011 binnen, wat te laat was.
Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden waren die een uitzondering op de betalingstermijn rechtvaardigden, zoals bedoeld in artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De appellant werd daarom ontslagen van deze instantie en werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde werden vastgesteld op € 284,-- voor verschotten en € 447,-- voor het salaris van de advocaat. Dit arrest is in het openbaar uitgesproken door mr. A.A. Schuering, in aanwezigheid van de griffier.