ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ9174
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Afvalstoffenheffing en aanslagberekening voor éénpersoonshuishouden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van mevrouw [X] tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 14 juli 2010, betreffende een aanslag in de afvalstoffenheffing voor het jaar 2008. De belanghebbende, mevrouw [X], heeft een aanslag ontvangen van € 263,52, berekend naar het tarief voor een éénpersoonshuishouden. De Inspecteur van de gemeente Den Haag heeft de aanslag gehandhaafd, waarop mevrouw [X] in beroep is gegaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 mei 2011 was de belanghebbende niet aanwezig, terwijl de Inspecteur wel aanwezig was. De griffier had mevrouw [X] tijdig uitgenodigd, maar zij is niet verschenen.
Het Gerechtshof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de aanslag terecht is opgelegd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aanslag aan mevrouw [X] was opgelegd omdat zij feitelijk gebruik maakte van de woning in kwestie. De belanghebbende voerde aan dat ook haar partner een aanslag had ontvangen voor dezelfde woning, maar het Hof oordeelde dat dit niet aannemelijk was. De Inspecteur verklaarde dat voor elk perceel slechts één aanslag kan worden opgelegd, en dat de betaling die mevrouw [X] had overgelegd, betrekking had op andere heffingen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aanslag terecht was berekend naar het tarief voor een éénpersoonshuishouden. De belanghebbende had geen belang bij haar verzoek om een aanslag naar het tarief voor een tweepersoonshuishouden, aangezien dit tarief hoger was. De uitspraak werd op 17 mei 2011 in het openbaar gedaan, en het Hof achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.