ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ9605
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens te late betaling griffierecht door appellant
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 200.082.945/01. De appellant, vertegenwoordigd door mr. C.H. Hoetmer, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 10 november 2010. De geïntimeerde, Gemeente Leiden, werd vertegenwoordigd door mr. W. Lever. De zaak werd op 1 maart 2011 voor het eerst uitgeroepen, maar de appellant heeft nagelaten het griffierecht tijdig te betalen. Volgens de Wet griffierechten burgerlijke zaken diende de betaling uiterlijk op 29 maart 2011 te zijn bijgeschreven op de rekening van het hof. Aangezien de appellant niet binnen de gestelde termijn heeft betaald, heeft het hof op 5 april 2011 besloten om het arrest te wijzen op basis van het griffiedossier.
Het hof heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn gebleken die zouden leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, zoals bedoeld in artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor werd de appellant ontslagen van instantie en werd hij veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 1.769,- voor verschotten en € 447,- voor het salaris van de advocaat van de geïntimeerde. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.