ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ9810

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
11 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.077.885-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornamen van een minderjarige op verzoek van de ouders

In deze zaak gaat het om een verzoek van ouders tot wijziging van de voornamen van hun minderjarige kind. De ouders, wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige, hebben hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 30 augustus 2010. De rechtbank had eerder geweigerd om de voornamen van de minderjarige te verbeteren, omdat de ouders een typefout hadden gemaakt in hun verzoekschrift. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders ontvankelijk zijn in hun hoger beroep, ondanks dat de rechtbank eerder een beschikking had gegeven waartegen geen hoger beroep openstond. Het hof oordeelt dat er een voldoende zwaarwegend belang is voor de wijziging van de voornamen, zoals bedoeld in artikel 1:4, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek. De ouders hebben aangetoond dat de oorspronkelijke voornaam van de minderjarige '[oorspronkelijke voornaam]' was en dat de wijziging naar '[voornamen zonder spelfout]' gerechtvaardigd is. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand om de wijziging door te voeren. Tevens wordt de doorhaling van een eerdere latere vermelding gelast, die op 15 december 2010 was opgemaakt. De beslissing is genomen op 11 mei 2011 door het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarbij de betrokken rechters zijn bijgestaan door een griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
Uitspraak : 11 mei 2011
Zaaknummer : 200.077.885.01
Rekestnr. rechtbank : FA RK 06-5003
[verzoeker] en [verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekers in hoger beroep,
in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van de na te noemen minderjarige,
hierna te noemen: de ouders,
advocaat mr. J. Bolt te Groningen.
Als belanghebbende zijn aangemerkt:
1. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente’s-Gravenhage,
zetelend te ’s-Gravenhage,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de ambtenaar;
2. het Openbaar Ministerie, ressortsparket ’s-Gravenhage,
zetelend te ’s-Gravenhage,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: het Openbaar Ministerie.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De ouders zijn op 29 november 2010 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 30 augustus 2010 van de rechtbank ’s-Gravenhage.
De ambtenaar heeft op 13 januari 2011 een verweerschrift ingediend.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
van de zijde van de ouders:
- op 8 december 2010 een brief van 7 december 2010 met bijlagen;
- op 19 januari 2011 een brief van dezelfde datum.
Van de zijde van het OM is op 18 april 2011 een faxbericht ingekomen, met als bijlage een conclusie in de zaak, en met de mededeling dat de advocaat-generaal niet ter terechtzitting aanwezig zal zijn.
Zowel van de advocaat van de ouders als van de ambtenaar heeft het hof op 20 april 2011 per faxbrief bericht ontvangen dat zij ermee instemmen dat de zaak zonder mondelinge behandeling wordt beslist.
Gelet op het vorenstaande heeft de door het hof geplande mondelinge behandeling op 21 april 2011 geen doorgang gevonden.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking is de wijziging gelast van de voornamen van de minderjarige [oorspronkelijke voornaam], geboren [in 2004] te [geboorteplaats] ([geboorteland]), hierna te noemen: de minderjarige, in dier voege dat haar voornamen zullen luiden ‘[voornamen met spelfout]’.
Bij beschikking van 22 november 2010 heeft de rechtbank ’s-Gravenhage de verbetering van de voornamen van de minderjarige in ‘[voornamen zonder spelfout]’ op de voet van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geweigerd.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. De ouders verzoeken de bestreden beschikking, met instandhouding van de overige beslissingen, te vernietigen en alsnog te bepalen dat de voornamen van de minderjarige zullen luiden [voornamen zonder spelfout]’. De ouders stellen dat de rechtbank als gevolg van een typefout in het inleidend verzoekschrift, ten onrechte de wijziging van de voornamen van de minderjarigen in ‘[voornamen met spelfout]’ heeft gelast.
2. De ambtenaar verzoekt de ouders niet-ontvankelijk te verklaren in hun beroep. Hoewel de ambtenaar stelt begrip te hebben voor het verzoek van de ouders, meent hij dat het beroep is gericht tegen de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 22 november 2010, tegen welke beschikking op grond van artikel 31 lid 4 Rv geen hoger beroep open staat.
3. Het Openbaar Ministerie concludeert primair dat de ouders niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep op grond van artikel 31 lid 4 Rv. Subsidiair concludeert het Openbaar Ministerie tot verbetering van de bestreden beschikking, aangezien de grief van de ouders inhoudelijk juist is. Het Openbaar Ministerie is van mening dat de ouders terecht hebben gesteld dat de bestreden beschikking op een typefout berust, nu uit de bij het verzoekschrift gevoegde productie 4 en uit alle overige stukken die zien op de adoptie en de verbetering van de geboorteplaats blijkt dat de voornaam van de minderjarige ‘[oorspronkelijke voornaam]’ was.
Ontvankelijkheid
4. Hoewel de ouders in hun beroepschrift in beroep komen van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 22 november 2010, tegen welke beschikking op grond van artikel 31 lid 4 Rv geen voorziening open staat, begrijpt het hof het beroepschrift van de ouders aldus - mede gelet op de brief van de advocaat van de ouders van 19 januari 2011 - dat zij in hoger beroep komen van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 augustus 2010. De ouders kunnen derhalve worden ontvangen in hun hoger beroep.
Wijziging voornamen
5. Het hof stelt voorop dat de rechter ingevolge artikel 1:4, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wijziging van de voornamen kan gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwegend belang te bestaan. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a, eerste lid, BW.
6. Het hof is van oordeel dat op grond van de overgelegde stukken voldoende vast is komen te staan dat de voornaam die de minderjarige bij haar geboorte heeft verkregen ‘[oorspronkelijke voornaam]’ luidt. Gelet hierop acht het hof het aannemelijk dat in het verzoekschrift in eerste aanleg een schrijffout is gemaakt, daar waar wordt verzocht om de voornamen van de minderjarige te wijzigen in ‘[voornamen met spelfout]’. Naar het oordeel van het hof bestaat er een voldoende zwaarwegend belang om de voornamen van de minderjarige te wijzigen in ‘[voornamen zonder spelfout]’. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat ook de ambtenaar en het Openbaar Ministerie van mening zijn dat het verzoek van de ouders in beginsel voor toewijzing vatbaar is.
Het hof zal de bestreden beschikking in zoverre vernietigen en de ambtenaar gelasten de voornamen van de minderjarige te wijzigen op de wijze zoals door de ouders in hoger beroep is verzocht.
7. Nu gebleken is dat de ambtenaar op 15 december 2010 een latere vermelding betreffende de wijziging van de voornamen van de minderjarige heeft opgemaakt, zal het hof tevens de doorhaling van deze latere vermelding gelasten.
8. Mitsdien beslist het hof als volgt.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, opnieuw beschikkende:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage tot doorhaling
van de op 15 december 2010 opgemaakte latere vermelding betreffende de wijziging van de voornamen van de minderjarige;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage aan de onder hem berustende akte van geboorte van de minderjarige een latere vermelding toe te voegen, inhoudende dat de voornamen van de minderjarige zullen luiden:
[voornamen zonder spelfout];
verstaat dat de griffier niet eerder dan drie maanden na heden en slechts indien geen cassatie is ingesteld een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zendt, onder wie de akte berust waaraan de latere vermelding van deze beschikking dient te worden toegevoegd.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Van Dijk en Hulsebosch, bijgestaan door mr. Veldmans als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2011.