ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0668

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004902-09
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van alarmnummer, diefstal door braak, bedreiging en belediging van ambtenaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte is beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder misbruik van een alarmnummer, diefstal door braak, bedreiging met zware mishandeling en belediging van ambtenaren. De feiten vonden plaats in de periode van 2007 tot 2009. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk gebruik maken van het alarmnummer 112 zonder noodzaak, en heeft een geldbedrag weggenomen uit een koffiemachine van Shell. Daarnaast heeft hij agenten van de Politie Haaglanden bedreigd en beledigd tijdens de uitoefening van hun functie. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf weken voor de overige feiten. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij, de Politie Haaglanden, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De advocaat-generaal had gevorderd dat de gevangenisstraf zou worden omgezet in een taakstraf, maar het hof heeft uiteindelijk een onvoorwaardelijke taakstraf van 70 uren opgelegd. De verdachte is ook veroordeeld tot een taakstraf van 14 uren in plaats van de voorwaardelijke gevangenisstraf die eerder was opgelegd. Het hof heeft de straf bepaald op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004902-09
Parketnummers: 09-660714-07 en 09-663521-05 (TUL)
Datum uitspraak: 24 februari 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 28 september 2009 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 10 februari 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 weken met aftrek van voorarrest.
Voorts is de benadeelde partij, de Politie Haaglanden, niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
Tevens is met betrekking tot de door de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage bij vonnis van 8 december 2006 onder parketnummer 09-663521-05 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week, de tenuitvoerlegging gelast.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is ingevolge het bepaalde bij artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet gericht tegen de in eerste aanleg onder feit 1 gegeven vrijspraak.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voorzover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 7 maart 2007 tot en met 5 juni 2007 te 's-Gravenhage (telkens) opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, (telkens) gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112;
feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 5 mei 2007 tot en met 6 mei 2007 te Leiderdorp met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een koffiemachine heeft weggenomen een geldbedrag (van ca 142 euro, althans enig geldbedrag) en/of een hoeveelheid Shell koffiemunten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Shell ([locatie A]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik te hebben gebracht door met een kniptang een hangslot aan die koffiemachine open/kapot te knippen en/of (vervolgens) met een schroevendraaier een (hang)slotje open/kapot te breken en/of de geldlade uit de koffiemachine te halen;
feit 4:
hij op of omstreeks 14 september 2007 te 's-Gravenhage [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], agent(en) van Politie Haaglanden heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik pak je nog wel, deze wereld is klein, ik kom je nog wel tegen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 5:
hij op of omstreeks 14 september 2007 te 's-Gravenhage opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], agent(en) van Politie Haaglanden, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Opkankeren" en/of "Kanker op" en/of meermalen, althans eenmaal "Je bent een kankerhoer, kankerbitch" en/of "Je moeder is een hoer en ze staat op de wallen" en/of "Je bent een kanker flikker, kanker dikke", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 2:
hij op tijdstippen in de periode van 7 maart 2007 tot en met 5 juni 2007 te 's-Gravenhage opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer 112;
feit 3:
hij in de periode van 5 mei 2007 tot en met 6 mei 2007 te Leiderdorp met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een koffiemachine heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan Shell ([locatie A]), zulks na het weg te nemen goed onder zijn bereik te hebben gebracht door met een kniptang een hangslot aan die koffiemachine open/kapot te knippen en vervolgens met een schroevendraaier een (hang)slotje open/kapot te breken en de geldlade uit de koffiemachine te halen;
feit 4:
hij op 14 september 2007 te 's-Gravenhage [verbalisant 1] en [verbalisant 2], agenten van Politie Haaglanden heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik pak je nog wel, deze wereld is klein, ik kom je nog wel tegen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 5:
hij op 14 september 2007 te 's-Gravenhage opzettelijk beledigend ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], agenten van Politie Haaglanden, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Je bent een kankerhoer, kankerbitch" en/of "Je moeder is een hoer en ze staat op de wallen" en/of "Je bent een kanker flikker, kanker dikke", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 2.
Opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten.
Feit 3.
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 4.
Bedreiging met zware mishandeling.
Feit 5.
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Vordering tot schadevergoeding Politie Haaglanden
In het onderhavige strafproces heeft Politie Haaglanden zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde, tot een bedrag van € 250,--.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag € 250,--.
De raadsman van de verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep gerefereerd aan het oordeel van het hof.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering.
Naar het oordeel van het hof levert behandeling van de vordering van de benadeelde partij een onevenredige belasting van het strafgeding op, nu niet zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld of de vordering voor toewijzing in aanmerking komt.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter te 's-Gravenhage van 8 december 2006 onder parketnummer 09-663521-05 is de verdachte veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met bevel dat 1 week van die gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep, in afwijking op de in eerste aanleg ingediende vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet-tenuitvoergelegde straf, gevorderd dat deze gevangenisstraf wordt vervangen door een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 14 uren, subsidiair 7 dagen hechtenis.
In hoger beroep is komen vast te staan, dat de verdachte de genoemde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd. De verdachte heeft immers de in de onderhavige strafzaak bewezenverklaarde feiten begaan terwijl de hiervoor bedoelde proeftijd nog niet was verstreken.
De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van die niet-tenuitvoergelegde straf is derhalve gegrond.
In plaats daarvan zal het hof evenwel - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken - een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 14 uren gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 63, 142, 266, 267, 285, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep - voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen - en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 70 (zeventig) uren, te vervangen door hechtenis voor de tijd van 35 (vijfendertig) dagen voor het geval die taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partij, Politie Haaglanden, niet-ontvankelijk in de vordering. Bepaalt dat de benadeelde partij de vordering dan ook slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wijst de vordering tot tenuitvoerlegging toe, in die zin dat in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te 's-Gravenhage van 8 december 2006 onder parketnummer 09-663521-05, te weten gevangenisstraf voor de duur van 1 week met een proeftijd van 2 jaar, de tenuitvoerlegging wordt gelast van een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 14 (veertien) uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van 7 (zeven) dagen voor het geval die werkstraf niet naar behoren wordt verricht.
Dit arrest is gewezen door mr. M.J.J. van den Honert, mr. N. Zandbergen en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 24 februari 2011.
Dr. G.J. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.