ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0787
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G.P.A. Aler
- C.J. van der Wilt
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van ongeveer 15,3 gram cocaïne en/of 7,1 gram heroïne. Deze hoeveelheden verdovende middelen waren aangetroffen in het bezit van een mede-inzittende van de auto waarin de verdachte zich bevond. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van deze verdovende middelen. De verdachte had zelf slechts een wikkel cocaïne van 0,9 gram bij zich, wat niet onder de tenlastelegging viel.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een geldboete van EUR 250 had geëist, niet gevolgd en heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Het hof heeft ook de teruggave gelast van een inbeslaggenomen geldbedrag aan de verdachte. De beslissing is genomen na onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het hoger beroep, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De uitspraak is gedaan in een openbare zitting, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.