Rolnummer: 22-001337-10
Parketnummers: 09-925276-09 en 09-665180-09
Datum uitspraak: 25 mei 2011
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 3 maart 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortedatum] 1970,
[adres],
ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting gedetineerd in de PI Rijnmond, Gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 11 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat ten aanzien van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp de bewaring ten behoeve van de rechthebbende zal worden gelast en dat de vordering van de benadeelde partij tot het in hoger beroep aan de orde zijnde bedrag van € 10.000,-- zal worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder parketnummer 09-665180-09 tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder parketnummer 09-925276-09 onder 1, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest, waarbij de gevangenneming van de verdachte is bevolen. Tevens zijn beslissingen genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en omtrent het beslag.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hof verstaat de “akte instellen rechtsmiddel”, gezien het daarop vermelde parketnummer, aldus, dat het namens de verdachte ingestelde hoger beroep op grond van artikel 407, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is beperkt tot de in eerste aanleg genomen beslissingen inzake de bij inleidende dagvaarding onder parketnummer 09-925276-09 tenlastegelegde feiten.
Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee dan ook bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Deze beperkte omvang van het hoger beroep brengt tevens met zich dat het hof geen beslissing zal nemen ten aanzien van het – in de in eerste aanleg gevoegde zaak onder parketnummer 09-665180-09 - in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, ter zake van welke inbeslagneming overigens ook, naar het hof ambtshalve bekend is, een procedure ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering bij dit hof aanhangig is.
Aan de verdachte is bij de inleidende dagvaarding onder parketnummer 09-925276-09 - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2005 tot en met 31 augustus 2006 te 's-Gravenhage en/of Mol (België) en/of Nijmegen en/of Eindhoven en/of Dordrecht en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer], door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer] met een derde, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer], toen zij in de prostitutie werkte, zeer veelvuldig gebeld en/of sms-berichten gestuurd en/of haar aldus (voortdurend) gecontroleerd en/of (aldus) gecontroleerd hoeveel klanten zij had en/of hoeveel geld zij (per dag) verdiende en/of
- die [slachtoffer] (veelvuldig) mishandeld en/of
- die [slachtoffer] (veelvuldig) bedreigd dat hij haar en/of haar zoon en/of haar familie zou vermoorden en/of
- die [slachtoffer] gedwongen om in de clubs waar zij werkte te overnachten en aldus 7 dagen per week te werken en/of
- alle, althans een zeer aanzienlijk deel van de verdiensten van die [slachtoffer] afgenomen en/of door bovengenoemde handelingen en/of omstandigheden haar ertoe gedwongen het door haar in de prostitutie verdiende geld aan hem, verdachte, af te geven en/of af te staan;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 01 september 2006 tot en met 13 februari 2008 te 's-Gravenhage en/of Mol (België) en/of Nijmegen en/of Eindhoven en/of Dordrecht en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer], door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer] met een derde, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer], toen zij in de prostitutie werkte, zeer veelvuldig gebeld en/of sms-berichten gestuurd en/of haar aldus (voortdurend) gecontroleerd en/of (aldus) gecontroleerd hoeveel klanten zij had en/of hoeveel geld zij (per dag) verdiende en/of
- die [slachtoffer] (veelvuldig) mishandeld en/of
- die [slachtoffer] (veelvuldig) bedreigd dat hij haar en/of haar zoon en/of haar familie zou vermoorden en/of
- die [slachtoffer] gedwongen om in de clubs waar zij werkte te overnachten en aldus 7 dagen per week te werken en/of - alle, althans een zeer aanzienlijk deel van de verdiensten van die [slachtoffer] afgenomen en/of door bovengenoemde handelingen en/of omstandigheden haar ertoe gedwongen het door haar in de prostitutie verdiende geld aan hem, verdachte, af te geven en/of af te staan;
3.
hij op of omstreeks 08 maart 2006 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon [slachtoffer] van het leven te beroven, opzettelijk, terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, op de borstkas, althans het lichaam, heeft gestampt en/of op de borstkas is gesprongen en/of een doek in de mond van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gepropt en/of de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 maart 2006 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, op de borstkas, althans het lichaam, heeft gestampt en/of op de borstkas is gesprongen en/of een doek in de mond van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gepropt en/of de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 1 september 2005 tot en met 13 februari 2008 te 's-Gravenhage en/of Rotterdam en/of elders in Nederland meermalen opzettelijk een persoon (te weten [slachtoffer]), heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt op/tegen het hoofd en/of het gezicht en/of het lichaam, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is het hof – mede gelet op hetgeen van de zijde van de verdediging naar voren is gebracht – niet tot de overtuiging kunnen komen dat de verdachte zich aan de onder parketnummer 09-925276-09 tenlastegelegde feiten schuldig heeft gemaakt, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vordering tot schadevergoeding van [slachtoffer]
Nu de verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 09-925276-09 onder 1, 2, 3 primair en subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.
Dit arrest is gewezen door mr. D.J.C. van den Broek,
mr. L.A.J.M. van Dijk en mr. C.G.M. van Rijnberk, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 mei 2011.