ECLI:NL:GHSGR:2011:BR1700

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1133-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wrakingsverzoek in strafzaak bij Gerechtshof 's-Gravenhage

Op 15 juli 2011 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende een wrakingsverzoek. De zaak betreft verzoekers [verzoeker 1] en [verzoeker 2], die in hoger beroep gingen tegen de beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 mei 2011. Deze beslissing had het verzoek tot wraking van de rechters L. Alwin, G.P. van Ham en Y.J. Wijnnobel-van Erp afgewezen. De wraking vond plaats tijdens een zitting op 11 februari 2011, waar de politierechter gewraakt werd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing van de wrakingskamer, zoals bepaald in artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor verklaarde het hof de verzoekers niet-ontvankelijk in hun hoger beroep. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. C.J.A. Sabatier, en een afschrift van de uitspraak werd verzonden aan de raadsman van de verzoekers en de betrokken rechters. Het hof benadrukte dat de behandeling van het hoger beroep per abuis door de civiele sector was opgepakt, maar dat dit geen reden was om het hoger beroep mondeling te behandelen, gezien de dwingende wetsbepaling.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE
Av-nummer : 1133-11
Rolnummer : 388877
Rekestnummer : HA RK 11-127
Parketnummers hoofdzaak: 09/753633-09, 09/647523-10 en 09/925795-10
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken d.d. 15 juli 2011
inzake het hoger beroep van:
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
en
2. [verzoeker 2],
wonende te [woonplaats],
verzoekers,
raadsman: mr. G.J. van der Meer
tegen de beschikking van de meervoudige wrakingskamer in de rechtbank 's-Gravenhage van
20 mei 2011, waarbij het verzoek van [verzoeker 1] en [verzoeker 2] tot wraking van mrs. L. Alwin, G.P. van Ham en Y.J. Wijnnobel-van Erp, is afgewezen.
Het geding
1. Op 11 februari 2011 heeft ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank te 's-Gravenhage de behandeling plaatsgevonden van de strafzaak met parketnummers 09/753633-09, 09/647523-10 en 09/925795-10. Ter terechtzitting is de politierechter gewraakt.
2. Dit wrakingsverzoek (wrakingsverzoek I) is op 11 februari 2011 ter terechtzitting behandeld; daarbij is de wrakingskamer gewraakt (wrakingsverzoek II).
3. Op 17 mei 2011 is het wrakingsverzoek II ter terechtzitting behandeld. Bij beslissing van
20 mei 2011 is dit wrakingsverzoek afgewezen.
4. Bij brief van 1 juni 2011 heeft de raadsman van de verzoekers op dezelfde datum hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de wrakingskamer d.d. 20 mei 2011, alsmede tegen alle ter terechtzitting van 11 februari 2011 genomen beslissingen. Op 13 juli 2011 heeft het hof een akte instellen hoger beroep d.d. 12 juli 2011 van de griffie van de rechtbank
's-Gravenhage ontvangen.
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep
5. Het hof stelt vast dat de omvang van het hoger beroep beperkt is tot de behandeling van het hoger beroep tegen de beslissing van de wrakingskamer d.d. 20 mei 2011.
6. Het hof stelt voorts vast dat de verzoekers - blijkens een akte instellen hoger beroep d.d. 12 juli 2011 - op 1 juni 2011 hoger beroep hebben ingesteld tegen de door de wrakingskamer van de rechtbank 's-Gravenhage gewezen beslissing d.d. 20 mei 2011.
7. Op grond van het bepaalde in artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering staat tegen de beslissing van een wrakingskamer geen rechtsmiddel open. Gelet op het voorgaande verklaart het hof de verzoekers niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
8. Het hof constateert ten overvloede dat de behandeling van het hoger beroep per abuis door de civiele sector van het hof in behandeling was genomen en dat in dat kader om verhinderdata van de raadsman is gevraagd.
Gelet op het dwingende karakter van de hiervoor genoemde wetsbepaling ziet het hof in deze gang van zaken geen reden om het hoger beroep mondeling te behandelen.
Beslissing
Het hof:
- verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
- bepaalt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan de raadsman van de verzoekers, genoemde rechters en de griffie van de rechtbank 's-Gravenhage.
Deze beslissing is gegeven op 15 juli 2011 door mrs. L.F. Gerretsen-Visser, D.J.C. van den Broek en Tj.E. van der Spoel, in aanwezigheid van de griffier mr. C.J.A. Sabatier.