ECLI:NL:GHSGR:2011:BR2497
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.A. Schuering
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 200.082.189/01. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Bastimar, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 15 oktober 2010. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M.C. Wingen, was ook aanwezig in de procedure. De appellant had de zaak op de rol van 15 februari 2011 aangebracht, maar heeft nagelaten het griffierecht tijdig te betalen. Volgens de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) diende de betaling binnen vier weken na de eerste roldag te geschieden, wat in dit geval betekende dat de betaling uiterlijk op 15 maart 2011 moest zijn bijgeschreven.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet binnen de gestelde termijn het griffierecht heeft betaald. Hierdoor heeft het hof op 29 maart 2011 besloten dat het arrest op basis van het griffiedossier zou worden gewezen. De appellant werd ontslagen van deze instantie, en werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde zijn vastgesteld op € 284,-- voor verschotten en € 447,-- voor het salaris van de advocaat. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken, waarbij de procedure en de gevolgen van het niet tijdig betalen van het griffierecht duidelijk zijn uiteengezet.